Sunday, December 5, 2010

Bedankt!

The end... of toch nog niet? Door de staking van de luchtverkeersleiders in Spanje is onze terugvlucht afgelast: 2 dagen extra Buenos Aires waarvan we er 1-tje op de luchthaven hebben doorgebracht te wachten tot we wisten wanneer we zouden vliegen.
De laatste dag is het vooral uitrusten en zorgen dat we fris zijn om donderdag al terug aan de slag te gaan! Dinsdag komen we immers pas aan.

Heel erg bedankt aan iedereen om de blog te volgen, voor de fijne reacties en mailtjes. Het deed ons telkens veel plezier en we kijken er naar uit het live-verslag te brengen!

Tot binnenkort!

Audrey en Kris

Friday, December 3, 2010

The End...

Met een klein hartje schrijven we dit laatste blogbericht. We zijn vrijdag 3 december en staan aan de vooravond van het einde van deze mooie reis. De rugzakken zijn gepakt en overvol van alle souvenirs die we gaandeweg gekocht hebben. Omdat we maar 1 stuk bagage mogen meenemen en we er ook nog een gitaar bij hebben, zit niet alleen de rugzak vol, maar ook de flightbag met losse oudere kledij.
Er is nog net plaats voor onze tandenborstel die we er morgenvroeg bijsteken en dan vertrekken we richting luchthaven, boordevol mooie herinneringen!

Nu kijken we ernaar uit vrienden en familie terug te zien en onze reis met iedereen te delen want het was een fantastisch leuk en leerrijk avontuur. We hebben deze maanden intens geleefd en beleefd, zoveel indrukken en ervaringen opgedaan en zoveel mensen ontmoet. Het maakt onze visie weer iets anders, weer iets breder. Ook van en over elkaar hebben we veel geleerd en we zijn blij dit avontuur samen te hebben gedeeld. We zullen deze reis nog lang met ons meedragen want...

...het was puur genieten.

Buenos Aires!

Vanuit de luchthaven nemen we een taxi naar het centrum en na ongeveer een uur rijden we de breedste laan ter wereld op: 8 rijstroken op en terug, en nog 2 zijstroken aan weerszijden, 20 in totaal... enorm! We logeren in het hart van de oude stad in de wijk San Telmo, die gekleurd wordt authentieke bars, cafés, reclame in "fileteado" stijl, tangomuziek en antiekwinkeltjes. Af en toe rijdt een oude Peugeot of Citroën voorbij en we wanen ons terug in de tijd.

We bezoeken de bekendste bezienswaardigheden: Casa Rosada (presidentieel paleis), de obelisk, el Teatro Colón - dat jammer genoeg enkel toegankelijk is bij voorstellingen -, de Plaza Congreso en Plaza de Mayo, waar we donderdag net 5 minuten te laat zijn om de moeders van de verdwenen politiek activisten te zien protesteren. Buenos Aires is een stad waar de geschiedenis, Evita en Juan Perón nog lang niet vergeten zijn.

Op zondag, vlak voor onze vlucht naar Iguazú, slenteren we rond op de bekende antiekmarkt van San Telmo. Hier vind je werkelijk alles! We slaan een lading souvenirs in.

Na onze terugkomst van Iguazú is het tijd voor de wijk La Boca, met de gekende fel gekleurde Caminito en het voetbalstadion van de Boca Juniors. Maradonna is voor de Argentijnen nog steeds een god. 's Avonds zijn we klaar voor de tango-show, voorafgegaan door een - naar onze normen - luxediner in El viejo almacén. We genieten sprakeloos van de snelle, complexe tango op meeslepende muziek gespeeld door een live-orkest van piano, bandoneon, viool en contrabas. Fantastisch!

En zo rest er ons nog één dag in deze meer dan gezellige stad...

Een vochtig intermezzo - de watervallen van Iguazú

Met een korte vlucht vanuit Ushuaia naar Buenos Aires wisselen we een maand Patagonië in voor 4 warme dagen in de hoofdstad en 2 dagen in het tropische Iguazú. Ons verblijf in Buenos Aires splitsen we in 2 dagen voor en 2 dagen na het bezoek aan de watervallen.

Zondag 28 november staat de vlucht naar Puerto Iguazú op het programma. Dit grensstadje - vlakbij het drielandenpunt Argentinië, Brazilië en Paraguay - is de uitvalsbasis voor het bezoek aan de gigantische watervallen van Iguazú. Op een goeie 15km van het centrum stort de rivier Iguazú zich over een lengte van 2.7km de diepte in, tussen 64m en 82m diep. Niet de hoogste dus, wel de breedste, maar zo indrukwekkend...

Bij aankomst in de kleine luchthaven voelen we weer een klimaatschok... nóg wat warmer, nóg wat vochtiger. 4 dagen geleden liepen we nog in dikke jas, muts en handschoenen, nu zijn het t-shirt, driekwartbroek en sandalen of teenslippers geworden. We winnen info in over bussen, toegang tot het park, enz... Gelukkig hebben we voor een kamer met airco gekozen en is het toch nog fris om vol verwachting in slaap te vallen.

De volgende ochtend veranderen we - nadat we de vorige avond in onze hostel de smerigste koelkast gezien hebben - nog van verblijfplaats en stappen in de bus die ons naar de braziliaanse kant van de watervallen brengt. De rivier vormt immers de grens tussen Brazilië en Argentinië. Voor Audrey was vorige grensovergang dus niet de laatste, dikke pech... ;-) Maar goed, weer 4 stempeltjes meer in het paspoort.

Dag 1 - Iguazú vanuit Brazilië

De braziliaanse zijde van de watervallen is veel beperkter dan de argentijnse en geeft eigenlijk alleen een panoramisch zicht op de argentijnse kant. We voelen ons even in Bellewaerde, Walibi of Bobbejaanland: het park lijkt met zijn bussen, breed aangelegde kronkelende wandelpaden, lampjes her en der, souvenirshops en een fastfoodrestaurant, soms wel op een pretpark. Het eerste zicht op de "cataratas" is eerlijk gezegd een beetje ontgoochelend: is het omdat er die dag minder water in de rivier stond of omdat het eerste zicht eerder beperkt was, maar we hadden beiden hetzelfde gevoel. Gelukkig werd dat even verderop helemaal goedgemaakt... beetje bij beetje wandel je verder langs de verschillende watervallen en spotten we enkele diertjes: een leguaan, kleine hagedissen, talrijke kleurrijke vlinders en vogels. Uiteindelijk komen we aan bij "la garganta del diablo" - de duivelskloof, die een magnifiek en indrukwekkend spektakel van water oplevert. Gigantische hoeveelheden water storten zich met donderend geraas de diepte in, het lijkt van overal te komen! We zijn na een tijdje dan ook helemaal nat van opspattend water en waterdamp, een aangename verfrissing. Echt de moeite!

Dag 2 - Iguazú vanuit Argentinië

De volgende dag is het dan tijd om alles van dichtbij te zien. Het argentijnse park lijkt misschien nog meer op een pretpark - er rijdt een toeristentreintje van en naar de duivelskloof en je kan nog enkele bijkomende tours boeken.

Omdat het weer nog vrij goed is, trekken we eerst naar "la garganta del diablo", die nog indrukwekkender dan gisteren oogt. We staan hier op een loopbrug, aan de rand van de afgrond, slechts een enkele tientallen meters van het donderend geraas. Het is ongelofelijk hoe hier per minuut talloze liters water doorstromen en dat dag in dag uit! Voor dat we verder gaan naar de andere watervallen, nemen we onze picknick op een bankje in de schaduw. Het duurt niet lang voor de eerste dieren zich weer laten zien: enkele vogels hebben het op onze sandwichen gemunt, vlinders fladderen rond ons hoofd en een neusbeertje loopt iets verderop over de reling van de loopbrug.

's Namiddags doen we de twee langere wandelpaden - circuito inferior en superior. Bij de "Salto Bosetti" - genoemd naar de ontdekker van de watervallen - worden we pas echt doornat, je staat immers op een paar meter onderaan de waterval. Later zien we nog de "Salto dos hermanas", "Salto chico", "Salto los tres mosqueteros" en wandelen we naar een panoramisch uitzichtpunt. Wanneer we hiervan terugkeren, spotten we zelfs nog een toekan! De kers op de taart, een van de mooiste vogels... Alleen het aapje ontbreekt nog op onze lijst van 'wanted to see', maar we zijn al heel blij al deze dieren gezien te hebben op deze twee dagen!

De dag erop staat onze laatste binnenlandse vlucht op het programma. Twee dagen terug naar Buenos Aires, het Parijs van het zuiden...

Thursday, November 25, 2010

La ciudad perdida del sur...

Van Puerto Natales is het "eventjes" 3u bussen naar Punta Arenas, waar we vooral zullen uitrusten. We hebben immers op 25 november een vlucht naar Buenos Aires vanuit Ushuaia en hebben daardoor +/- 5 dagen "teveel" in het zuiden. Dagelijks bellen we LAN om de vlucht te vervroegen, maar tevergeefs: alles zit volgeboekt...

We wandelen wat in 't centrum rond, gaan wat shoppen, relaxen in een sjiek zwembad met sauna en stoombad. De laatste dag maken we een wandeling langs de Straat van Magalhaes en zien enkele gestrande schepen, die het geheel een sfeer van vergane glorie geven. We verlaten Chili voor de 2e keer, passeren voor de laatste keer de grens en komen op een druilerige zaterdag 20 november aan in Ushuaia. Joepie! De laatste lange busrit (15u) zit erop!

Ushuaia, "la ciudad mas austral del mundo", "de meest zuidelijk gelegen stad ter wereld", "el fin del mundo". De stad aan het Beaglekanaal - genoemd naar het schip van Darwin die hier de oorspronkelijke Yamana indianen bezocht - zelf heeft op zich weinig te bieden, het is vooral de naam die wat toeristisch "uitgebuit" wordt. Want "vijand" Chili heeft met Puerto Williams enkele kilometers verder een stad die nóg zuidelijker ligt. In feite is Ushuaia gesticht als strafkolonie - de zwaarste criminelen werden hier naartoe gebracht - en ontstond alles hier door het bouwen van de gevangenis. In dat gebouw is er nu een reeks van musea ondergebracht rond het maritieme leven, ontdekkingsreizen in de regio, een museum rond de gevangenis zelf, een kunstgallerij, info over de originele bewoners de "Yamana" indianen. Het museum over de gevangenis maakt wel een diepe indruk op ons. Het moet echt geen lachertje geweest zijn om in dit extreme klimaat en in die haast onmenselijke omstandigheden waarin de gevangenen verbleven, een nieuwe stad te stichten en alles van nul op te bouwen. Ietwat verrast en trots zijn we wel als we plotseling een kleine permanente tentoonstelling rond gouwgenoot en Zuidpoolreiziger Adrien de Gerlache opmerken. Twee cellen van de originele gevangenis zijn ingericht met foto's, posters, aardrijkskundige kaarten, ... rond zijn zuidpoolexpeditie. Nog trotser zijn we als even later de gids, bij een reconstructie van de meest zuidelijk gelegen vuurtoren op San Juan de Salvamento, de enige bestaande foto toont van de originele toren... genomen door... de Gerlache! De lampen van de vuurtoren waren destijds trouwens ook van het belgische merk "Lampadaire"!

De dag daarop bezoeken we het kleine, maar mooie nationaal park Tierra del Fuego. Omdat de zon zich maar sporadisch laat zien, kunnen we de kleurenpracht niet ten volle bewonderen, en ook de bevers - ooit 25 paar, nu een plaag voor de flora in Vuurland - laten zich niet zien. Een beetje jammer, maar het weer is hier nu eenmaal enorm instabiel. Bij het schrijven van dit blogbericht, hagelt, sneeuwt en regent het. Deze middag zaten we in volle zon onze picknick op te eten :-) ! De rest van de tijd passeert met souvenirwinkeltjes doen, uitslapen, het wat rustig aan doen...

Morgen een rustige voormiddag en dan op naar het drukke, dynamische en vooral warme Buenos Aires en even later Foz do Iguazu!

PS - als uitsmijter nog een weetje: in Chili klinkt bij de reclame van gsm-operator Claro het liedje "The way to your heart" van Soulsister!

Friday, November 19, 2010

Torres del Paine

Tegen 6u staan we op, om 6u30 staat Omar in short achter zijn antieke Senking fornuis roerei te maken. Dit is een echt megatrekkersontbijt: bruin brood, roerei, kaas, gelei, cornflakes, koffie, thee, chocomelk, fruitsap... Een uurtje later zitten we op de bus naar Torres del Paine. Aan Lago Amarga stapt een eerste groep trekkers af om van oost naar west te wandelen, wij rijden verder tot Lago Pehoe, nemen daar de ferry tot Paine Grande en beginnen tegen 12u30 onze vijfdaagse trektocht van west naar oost over het zogenaamde W-circuit. In die richting wandel je immers met de wind mee, weegt de rugzak het lichtst voor de laatste dag (steilste stuk) en zijn de Torres echt het ultieme doel van de trekking!

Dag 1 - Lago Pehoe - refugio Paine Grande

In een warme middagzon, doen we het eerst heel rustig aan om wat gewoon te raken aan onze zware rugzakken. We hadden al gehoord dat de uren, aangeduid op de kaart, niet kloppen en komen inderdaad een dik uur later dan voorzien - 3,5u - aan. Aiaiai, dat belooft voor de komende dagen. Vlug ons tentje opzetten aan het Lago Grey en daar begint al het o zo clichéverhaaltje: er zijn 8 haken nodig en er zijn er maar 7... Kris vraagt een haak, Audrey zegt dat er geen is. Kris moet een haak hebben om de buitentent van de binnentent te houden en Audrey zegt nogmaals dat er geen is, maar toch wil Kris een haak... Dit lijkt wel "The block - camp editon"! Na wat grappig gekibbel, besluiten we de zijkanten recht te houden door de touwtjes aan zware stenen te binden. Even later ziet Kris een haak van de vorige kampeerders in de grond zitten, probleem in één keer opgelost...! Die avond nemen we ons avondeten in de refugio om toch een laatste stevige maaltijd binnen te hebben en gaan vroeg slapen. Morgen is het 6u stappen...

Dag 2 - Refugio Paine Grande - Camp. Italiano

Zet in volgorde: rugzak maken, matjes wegsteken, tent inpakken, vroeg opstaan, slaapzak oprollen, ontbijten. Anyway, tegen 8u zijn we op pad. Het ontbijt in de refugio heeft ons alletwee goed gedaan, want het tempo zit er stevig in. Tegen 11u20 arriveren we op de tussenstop bij het Lago Pehoe en warmen even op in de refugio. Opeens merkt Kris de drie Spaanse meisjes op die we al een tijdje kruisen in Argentinië en Chili: Amanda, Rocio en Maria passeren de refugio, kijken even binnen en dan zien ze ons ook. Met veel oh's, que bueno's, que bonito's, que lindo's, en nog andere dramatische spaanse termen, komen ze de refugio binnen. Ze doen het grote circuit en zijn aan hun voorlaatste dag toe. Na de groepsfoto volgt een hartelijk afscheid en wij gaan verder naar onze tweede kampplaats.

Er hangen dreigende wolken boven Torres del Paine, maar een drupje regen komt er gelukkig niet uit. Een pak vroeger dan verwacht arriveren we aan het begin van de franse vallei en zetten de tent op. En dan kan Kris eindelijk wat experimenteren met onze nieuwe aanwinst: het gaspitje en het gasbidonneke! Die avond staat het volgende op het menu: aperitief met borrelnootjes en een glaasje cola - spinaziesoep - pasta met kip - thee/koffie met een stukje chocolade, alsjeblieft! Na de afwas - in een fantastisch decor van de Paine Grande met zijn gletsjers en de Cuernos - gaan we slapen. Het lijkt een onrustige nacht te worden, want we horen gerommel in de lucht, geluiden in het bos die we niet kunnen thuisbrengen en Audrey voelt ook iets langs de tent lopen...

Dag 3 - Camp. Italiano - Camp. Italiano (Franse Vallei)

's Morgensvroeg weerklinkt nog steeds het gerommel, en vanuit ons tentje lijkt het weer niet veel goeds te beloven. Eens we de deurtjes openen, zien we iets heel anders: een schitterend zonnetje schijnt over de vallei! Vol goede moed starten we met lichte dagrugzak aan de wandeling van een goeie 6u richting campamento Britanico, de mirador en terug naar campamento Italiano.

De weg naar de mirador gaat vrij steil omhoog in de morene van vroegere gletsjers en ineens wordt ook het gerommel van vanacht duidelijker: enorme sneeuwlawines op de Paine Grande zijn het die als dondergerommel door de vallei weerklinken.

Van campamento Britanico tot de mirador zou nog 45min zijn volgens de kaart. Na een kwartier bereiken we een hoop rotsblokken waar andere trekkers halt houden en foto's nemen. We kunnen moeilijk begrijpen dat dit de mirador zou zijn, zo snel is toch niet mogelijk?! Dus na wat overleg besluiten we verder de berg op te trekken, ook al vinden we niet meteen een pad en ploeteren we de losse gravel en keien omhoog. Na een klein uurtje stoppen we voor de picknick en besluiten in deze ijzige wind, gravel, af en toe sneeuw, niet meer verder naar boven te gaan. Terug aan de rotsblokken zegt een Spanjaard ons dat dit werkelijk de mirador is, en inderdaad: op een rotsblok is in nogal fel afgebladderde verf "mirador" te lezen... die Zuid-Amerikanen, kaarten kunnen ze toch echt niet maken... we hebben nog geen enkele gezien die klopt.

Dag 4 - Camp. Italiano - Camp. Las Torres

Om wat tijd te sparen op de laatste dag, wandelen we vandaag op kaart een 10u... de zwaartste dag dus... Tot aan de eerste tussenstop bij refugio Cuernos gaat het over vrij moelijke paden maar we zijn goed op schema! Een energieboost van cola met een granenbar en we zijn weer weg... We stappen langs het groene Lago Nordenskjold en vanaf dan gaat het stevig bergop in de warme zon. Al vier dagen schitterend weer, zonder een spatje regen... quasi ondenkbaar in de Torres del Paine, maar we hebben geluk! Tegen 16u20 arriveren we in campamento Chileno en dan is het de laatste tocht naar onze kampplaats, vlakbij de mirador. Na een uurtje zijn we er eindelijk en we zijn superblij na de lange dag! Morgen een rustig dagje om af te sluiten. Omdat het de laatste avond is, is het een feestmaal vandaag: aperitiefje, rijst met groenten en als drank een cola! Het eten moet er helemaal door, dus Kris kan zich laten gaan aan de chocolade...

Dag 5 - Camp. Las Torres - hosteria Las Torres - Puerto Natales

De zon komt op tegen 5u45 en we zijn dan ook om 4u op en nemen een snel ontbijt van ieder twee granenbaren en een tasje thee of koffie. De wandeling naar de mirador bedraagt maar drie kwartier, maar toch voelt ze zo zwaar aan. Na 4 dagen met de grote rugzak, gisteren veel bergop en nu steil bergop zonder ontbijt is het zweten... Precies op tijd komen we aan bij ons einddoel: los tres torres del Paine bij zonsopgang... eindelijk! We zien de zon langzaam opkomen en één voor één lichten de torres op boven een kleine lagune... gewoonweg subliem! En geluk dat we gehad hebben, want een kleine twee uur later, is het helemaal bewolkt.

Boven ontmoeten we ook twee andere Belgen, notabene Limburgers, notabene Hasselaren en slapen er notabene nog twee andere Hasselaren op onze kampplaats... wat een toeval!

Terug beneden maken we ontbijt klaar, ruimen we op 't gemakske op en beginnen aan de laatste tocht. De terugweg tot Hosteria Las Torres is grotendeels bergaf en we arriveren mooi op tijd om de vroege bus tot Puerto Natales te nemen.

Na 5 mooie dagen, voelt de warme douche zaaaaaaaaaaaalig aan... we nemen een rustdagje de dag nadien en dan is het verder bussen naar het zuiden...

Puerto Natales - de voorbereiding op Torres del Paine

Dinsdag reizen we van El Calafate (Argentinië) naar Puerto Natales (Chili), het vertrekpunt voor de trekking in nationaal park Torres del Paine. Dit is onze voorlaatste grensovergang en Audrey vindt dat niet zo erg... weer aanpassen van de etensvoorraad (wat wel en wat niet de grens over mag), voor wat pro forma formaliteiten, bagagecontrole en een hoop tijdverlies. De douaniers handelen strak, ze slaan met kracht de stempels in het paspoort en hebben hun glimlach verloren. Drie man voor één stempel, drie mand voor de bagagecontrole... het maakt al lang geen indruk meer.

Het stadje ligt eenzaam aan één van de vele zee-inhammen en een paar busuren verijderd van elke andere stad. De straten zijn leeg. Het lijkt wat verlaten en sfeerloos. De gekleurde houten huisjes en de meer dan vriendelijke mensen lijken een poging te doen dit gevoel tegen te gaan, een beetje tevergeefs. Al zijn we in het bijna uiterste zuiden van het continent, aan comfort is er geen gebrek: de straten zijn uigerust met een gasnet, de huisjes goed verwarmd en er liggen echt donsdekens op ons bed!

We bereiden 's namiddags onze trekking voor: huur van de tent en matjes, aankoop van gasbidonnekes. Aangezien vers eten de grens niet over mag - in theorie - overvallen zowat alle toeristen de lokale supermarkt om de etensvoorraad voor de trekking in te slaan. We gaan op zoek naar de meest calorierijke en gewichtsloze voeding en ontdekken de wereld van gedehydrateerd voedsel (van die kant en klare pasta met saus waar je enkel water bij moet doen). Terug in de hostal geeft Omar, de gewiekste en gekke hostaleigenaar, die met alles tegelijkertijd bezig is, nuttige tips en we wegen onze rugzakken: 22kg voor Kris, 20kg voor Audrey... het lijkt er op dat de dynamometer nogal verkeerd geijkt is...

We kruipen vroeg onder de wol want morgen vertrekt de bus al vroeg in de ochtend...

Sunday, November 7, 2010

Natuurkracht

We 'bussen' 17u van Puerto Madryn tot Río Gallegos. Zodra we Puerto Madryn verlaten, rijden we midden in de argentijnse pampa. Zover we kunnen zien, is er enkel wat lage begroeiing en lopen er alleen een paar Guanaco's en ñandu's te grazen. We zien ook 2maal een stinkdiertje de straat oversteken. Verder is hier niets te zien. 1200km lang blijft het landschap onveranderd. We komen op die hele afstand slechts 6 stadjes tegen en nu pas dringt de immense uitgestrektheid van dit land echt tot ons door.

We komen moe aan in Río Gallegos, een tussenstop voor veel toeristen tussen Puerto Madryn en El Calafate. We hebben geen zin om meteen nog 5u extra te bussen en opteren er dus voor om 1 nacht in Río Gallegos uit te rusten...maar er is geen enkele hostal te vinden! Na lang zoeken, belanden we in 'El gran hotel de Río Gallegos' dat meer lijkt op een internaat van de jaren '50 dan op een hotel. Maar goed, 't valt net binnen ons budget, ligt centraal en heeft een bed...
Van de begrafenis van Nestor Kirchner (ex-president en man van de huidige presidente Cristina) de dag ervoor is helemaal niets meer te merken. Río Gallegos is lelijk en saai, dus is het 's anderendaags meteen vertrekken, tijd voor El Calafate!

Het stadje ligt aan de rand van het nationaal park Los Glaciares, dat het grootste continentale gletsjergebied omvat (=Hielos Continentales), uitgestrekt over 500km lengte. De Perito Moreno is door zijn grootste activiteit een van de bekendste uitlopers van dit ijsgeheel. Elke dag glijdt hij 1 tot 2m vooruit. Het ijs kraakt en knarst tot de ijsschotsen zich van de gletsjer afscheuren en in het Lago Argentino donderen. Een heus spektakel waar je je als mens klein voelt ten opzichte van de natuurkracht...

Al is het somber weer, we genieten 5u lang van dit koude spektakel en hebben het geluk tal van kleine en 1 immense ijsblok te zien afscheuren.

's anderendaags boeken we een boottocht op het Lago Argentino (het 3de grootste meer van Zuid-Amerika) om de andere gletsjers van het nationaal park te bezichtigen: Upsala, de baai van Onelli, Spegazzini, ... en om nog eens langs de noordflank van de Perito Moreno te varen. Immense ijsbergen blokkeren de toegang tot de Upsala gletsjer en baai van Onelli. We kunnen er dus niet vlakbij, maar desondanks blijft het een subliem zicht. We varen langs de ijsbergen en 's namiddags trakteert de Perito Moreno (ja, onze favoriet!) ons nog 2 maal op een donderend spektakel als een heel deel van de flank naar beneden komt... De kers op de taart van een fantastische dag waarop we ook Kris zijn 30ste verjaardag vieren. We sluiten deze 'feestdag' af met een goed diner, samen met Audreys ouders die we voor de 2de en laatste keer op hun groepsreis tegenkomen. Kris is ook in de wolken met zijn verjaardagsboekje...

Donderdagmorgen nemen we de bus naar El Chaltén, op slechts 3u van El Calafate. We genieten van de korte duur van de busreis en komen rond 11u aan in het piepkleine bergdorpje aan de voet van de Mount Fitz Roy en La Torre. Met hun gladde, bijna verticale, granieten wanden tronen ze over de omringende bergen en we kunnen alleen maar beamen dat dit tot de verbeelding van iedere wandelaar en bergbeklimmer spreekt. Deze toppen vormen de noordelijke grens van het nationaal park Los Glaciares.

Het weer is in El Chaltén steeds heel onstabiel en vaak zijn de bertoppen dan ook omringd door laag hangende wolken. We komen aan met een helder blauwe hemel en iedereen raadt ons dan ook aan meteen te gaan wandelen: morgen voorspellen ze regen... We maken meteen de rugzakken klaar en gaan op stap voor een 7u durende wandeling met zicht op de Fitz Roy. Waauw.

's Anderendaags is het inderdaad bewolkt en regenachtig. Noch de Fitz Roy, noch La Torre laten zich zien. We hebben niet veel keus en trekken er toch op uit naar laguna La torre aan de voet van de gelijknamige berg en gletsjer. We hopen op een opklaring die er niet komt, maar genieten toch van het mooie en mysterieuze uitzicht. Zon en wolken wisselen zich af over het meer en het is voor ons toch een heel geslaagde dag! Als we 's anderendaags de bus terug nemen naar El Calafate regent het pijpestelen...

Sunday, October 24, 2010

De poort van Patagonië...

Na een prachtige week op Paaseiland, trekken we terug naar Santiago om nog wat praktische zaken te regelen en dan de bus te nemen richting zuiden. Van Santiago gaat het naar Osorno. Een rit van bijna 12 uur. We komen aan in een totaal ander klimaat en grijpen bij het uitstappen van de bus naar onze dikke overjas. Iedereen is hier dik gekleed en koffiemannetjes lopen rond in de terminal. Om ons op te warmen nemen we een tas koffie en thee en kijken we of we niet direct door kunnen naar San Carlos de Bariloche, Argentinië. Om te tijd te doden gaan we naar een supermarkt en kopen we Kris een extra T-shirt met lange mouwen. Hij gaat het nodig hebben, want zelf heeft hij er niet genoeg meegenomen! Even later laten we Chili achter ons voor een tijdje en vertrekken we naar Argentinië.

4 uur later staan we aan de deur van een nieuw deel van onze reis: Patagonië! San Carlos de Bariloche lijkt nochthans helemaal niet op de rest van wat nog gaat komen. We staan hier in een decor van een alpijns ski-oord met besneeuwde toppen op de achtergrond en chocoladewinkeltjes her en der. Zwitserland of Oostenrijk in Zuid-Amerika!

Omdat we hier - jammer genoeg - niet veel tijd zullen hebben, regelen we die avond nog alles voor de komende dagen: eten kopen, wandelkaart kopen, registreren bij de Club Andino, ...

De volgende dag staat een dagtocht naar Refugio Frey op het programma, een wandeling van een kleine 7u naar een berghut. Het pad gaat eerst vrij vlak maar het tweede deel is een fijne ervaring: wandelen op sneeuw van een paar meter dik. Voor Audrey is dit wel bekend terrein, maar Kris maakt af en toe knappe figuren om recht te blijven en zakt al eens met één been een meterje weg in de sneeuw.

De dag er op trekken we er weer op uit: nu ietsje rustiger parcours maar zeker niet minder mooi, integendeel. Het schiereiland Llao Llao (spreek uit als "ciao ciao") en zijn top laat ons het prachtige diepblauwe meer Nahuel Huapi, de besneeuwde toppen en bossen van bovenaf zien. Gewoonweg prachtig!

De volgende dag vertrekken we met de nachtbus naar de overkant van het continent: naar Puerto Madryn. We vinden het ongelofelijk dat we op een kleine week aan de Atlantische Oceaan staan. De landschappen veranderen zo snel...

We hebben gekozen om de ouders van Audrey te verrassen. Ze zijn momenteel op reis in Argentinië en zullen dinsdag en woensdag in Puerto Madryn zijn. Die dinsdag komen we tegen 7u aan en horen we dat er woensdag een volkstelling is en dat iedereen thuis moet blijven en dus ook alles gesloten zal zijn. Als je dan ook weet dat in Argentinië siësta gehouden wordt van 13u tot 17u... moet alles snel gaan en we zijn dan ook de voormiddag bezig met tours te boeken voor twee dagen. ´s Avonds zoeken we Audreys ouders op en ze kunnen hun ogen niet geloven: "Moa seg, wie dat we hier hebben!". We gaan eten en praten die avond en de volgende avond bij.

Woensdag - de dag van de "censo" - gaan we naar Punta Tombo, een pinguinreservaat met duizenden magalhaes-pinguins. Momenteel is er echter broedseizoen, en in plaats van rond te lopen tussen de pinguins, blijven de meesten dan ook in hun hol op de eitjes zitten. Het levert wel mooie foto's op, maar het is toch niet zo druk dan dat we verwacht hadden.

Donderdag is het tijd voor iets grotere diertjes: de zuidkaapwalvis (ballena franca austral) komt in deze tijd van het jaar naar de baaien rond Puerto Madryn en Península Valdés om de kleintjes ter wereld te brengen. De boot vaart de zee op en niet veel later is het zover, onze eerste walvis komt boven om te ademenen. Een wolk water waait naar ons toe en we verwonderen ons over de enorme grootte van een walvis live te zien. De staart alleen al is enorm! Eentje komt tot aan de boot gezwommen en even later zien we in de verte een moeder met een kleintje zwemmen. De kleine walvis heeft het duidelijk naar zijn zin want hij slaat nogal enthousiast met zijn staart op het water. In de verte zien we een paar walvissen salto's maken. Indrukwekkend, maar eigenlijk hadden we er nog net iets meer van verwacht.

's Middags is het tijd voor zeeleeuwen, zeehondjes en zee-olifanten. Ook een kleinere magalhaes-pinguinkolonie. We genieten van de gezellige luiheid van deze beestjes.

En dan is er weer een grote trip zuidwaarts naar het échte Patagonië. We rijden een dikke 1.200km naar Río Gallegos...

Wednesday, October 20, 2010

Paaseiland - de vloek van de moai

Dag 1 - Dinsdag 12 oktober

We staan vroeg op, douchen, hop de taxi in, het vliegtuig op en vijf uur later wanen we ons niet meer in Zuid-Amerika, maar lijken we beland in Polynesië.

Tahitiaanse danseresjes, dito muziek, bloemenkransen en een aangenaam warm subtropisch klimaat verwelkomen ons op de piepkleine luchthaven. ¡Aloha! We kiezen lukraak een hostal en bij Elvira krijgen we de mooiste hostal van onze reis. De verwondering wordt echt groot als we de eerste mysterieuze moai-beelden zien, notabene vanuit ons keukentje terwijl we het avondeten klaarmaken! Omdat deze site (Tahai) vlakbij ligt, besluiten we de zonsondergang daar te gaan meemaken. Een fantastische eerste dag...!

Dag 2 - Woensdag 13 oktober

Vandaag trekken we op tour met Moi, nog één van de 111 originele Rapa Nui op het eiland. We passeren langs alle belangrijke historische sites op het eiland en leren een pak bij van de geschiedenis, cultuur, natuur, moai-beelden, ... Na 9 uur zit ons hoofd vol, maar het was een leerrijke en toffe dag!
Om de foto's wat beter te begrijpen, schrijven we kort wat op over het eiland, de geschiedenis en cultuur:

- de oorspronkelijke koning (2.000 jaar geleden) Hoto Matu'a arriveerde en deelde het eiland in acht zones, waar elke stam een zone kreeg, in
- elke stam had haar specialiteit (visvangst, landbouw, constructie, beeldhouwkunst, ...) en er was ruilhandel
- later richtte elke stam de 'ahu' of platformen met moai-beelden op. Een moai stelt de koning voor die door die stam geleverd werd dat jaar. In het begin zijn de beelden klein en rond, maar door betere technieken worden ze groter en beter afgewerkt
- door de groei van bevolking en beperkingen van het eiland komen er stammentwisten en wordt er een systeem van jaarlijkse verkiezingen georganiseerd
- elke stam vaardigt 1 keer per jaar een kandidaat koning en een strijder af. De strijders zoeken op een klein eiland voor de kust een ei van een welbepaalde vogel
- de nieuwe koning wordt geleverd door de stam, waarvan de strijder eerst het ei gevonden heeft (vandaar de 'vogelman' of 'make make' cultuur die je op rotstekeningen kan terugvinden)
- door stammentwisten, natuurrampen (aardbevingen zijn niet ongewoon hier) en de kolonisatie liggen vele moai-beelden tegen de vlakte. Doordat Chili vrij weinig geld vrijmaakt voor de restauratie van de sites, zijn slechts weinig 'ahu' te zien zoals ze vroeger voorkwamen
- de moai dragen normaal gezien ook een hoed (pukao), die er meestal afgevallen is, en hebben ogen, gemaakt van koraal, hetgeen vrij kwetsbaar is. Daardoor ontbreken ze dan ook vaak.

Dag 3 - Donderdag 14 oktober

Na de lange geschiedenisles van gisteren trekken we vandaag per fiets naar een aantal sites om rustig te kijken en vooral veel foto's te nemen.

We gaan eerst naar Anakena in het noorden, een paradijselijk wit zandstrand met palmbomen en zes moai-beelden. Van daaruit naar Ovahe, een ander grillig rotsstrand met fantastische wilde golven en dan naar - voor Kris - één van de mooiste sites van maar liefst 15 moais: Tongariki.

De zon gaat onder tegen 20u en dan moeten we ook de fietsen gaan inleveren. Om 18u30 vertrekken we vanuit Tongariki langs de kust terug naar Hanga Roa, de enige stad (zeg maar dorpje) op het eiland. De weg lijkt meer bergop dan bergaf te gaan, en na het lange fietsen van vandaag, de constante wind en het vals plat is het veel vloeken en morren. We komen moe aan in Hanga Roa. We hebben allebei al lang niet meer gefietst en ons zitvlak heeft het geweten :-).

Dag 4 - Vrijdag 15 oktober

Meer van hetzelfde vandaag... fiets op en rijden maar! Eerst naar Tahai bij ochtendlicht, dan verder naar Ahu Akivi, de site met de enige moai die naar de zee kijken. Alle andere beelden staan met de rug naar zee gericht om bescherming te bieden aan de stam.

Trouwens, de moai-platformen zijn meestal begraafplaatsen voor koningen. Soms zijn ze ook ceremonieel of astronomisch bedoeld. Ahu Akivi is een ceremoniele 'ahu'.
Vanuit deze site kan je ook de vulkaan Terevaka, met 511m het hoogste punt van het eiland, beklimmen. Vanop de top hebben we een mooi zicht over het hele eiland en zien we de Stille Oceaan die ons omringt. We beseffen dat we hier echt wel in het uiterste uithoekje van de wereld zitten. Tahiti op 2.000km is het dichtsbijzijnde bevolkte land.

Na de afdaling fietsen we verder naar Puno Pau, waar uit vuurrode rotsen de 'pukao' of hoeden van de moai gemaakt werden.

Dag 5 - Zaterdag 16 oktober

Op onze voorlaatste dag trekken we tijd uit om enerzijds wat souvenirs te kopen, en anderzijds een wandeling te maken. We beklimmen de vulkaan Rano Kau. Om niet via de piste te gaan, willen we het wandelaarspad volgen. Na twee bordjes zijn we toch blijkbaar iets uit het oog verloren, want niet veel later zitten we te sukkelen in het hoge gras op de helling van de berg. Als echte toeristen, gewapend met teenslippers, een flesje water en voor de rest totaal onvoorbereid wandelen we maar verder en verder. Uiteindelijk zijn we er - en helemaal niet ver uit de richting - geraakt. Het uitzicht bovenop de vulkaan is verbluffend: een meer in het midden van de krater is bezaaid met eilandjes met grassen en levert prachtige kleuren op. Erachter zien we de oceaan... mooi mooi moai! De weg naar beneden stond perfect aangegeven, en we begrijpen nog steeds niet waar we in het begin verkeerd zijn gelopen, maar soit...

Dag 6 - Zondag 17 oktober

Toen we zaterdag probeerden online in te checken voor onze terugvlucht, zagen we dat er geen plaatsen meer vrij waren... oei... We waren voor wat info naar de luchthaven geweest en de dame aan het loket zei ons dat er nog voldoende plaats was. Al lachend zeiden we dat we ook wel maandag wilden vertrekken. "Geen probleem!" was het antwoord. "Als jullie willen, zetten we jullie op een wachtlijst, en als er zondag overboeking is, mogen jullie blijven!"

Zo gezegd, zo gedaan en we wachtten die zondagmiddag dus gespannen af. Een half uur voor de vlucht, kwam de melding dat we mochten blijven! De chauffeur van het transferbusje geregeld door LAN laadde onze rugzakken in voor welgeteld 100m... daar lag ons nieuwe hotel :-)

We willen nog genieten van onze laatste namiddag en huren een scooter, de enige die -na wat zoeken- nog overbleef in de stad, en reden naar de kust. Zalig... We passeren via een paar sites die we nog niet per fiets bezochten (wegens de meer dan lastige terugweg van de eerste dag), en genieten van de enorm wilde zee die middag. Krachtige golven slaan op de grillige lavarotsformaties. We willen de site van Tongariki bij zonsondergang nog gaan fotograferen, maar het metertje van de benzinetank staat op een kwart van een lege tank. We waren vertrokken met een halfvolle tank en moesten nog een eind verder. We nemen dus het zekere voor het onzekere en rijden dan maar terug. Omdat de schrik - vooral bij Audrey - er goed inzit om stil te vallen, duwen we ons scootertje zelfs nog een eind bergop om niet teveel te verbruiken... niet te doen! Als we het enige tankstation van het eiland binnenrijden, zijn we pas gerustgesteld! Wat een dag...

Dag 7 - Maandag 18 oktober

Gedaan met ons leuke verblijf op Paaseiland... enfin... dat dachten we. 's Morgens vertrekken we - ditkeer wandelend - naar de luchthaven. Daar aangekomen, komt de dame van LAN naar ons toe. "Willen jullie niet nog een dag blijven?" ...onze mond valt weer open van verbazing. Is dit de vloek van de moai? :-) Maar we vinden het niet zo erg... dus een klein halfuur later, staan we terug in ons hotel voor een nieuwe dag op Paaseiland! We genieten van een ontspannen namiddag aan de kust en dit vormt de afsluiter van een fantastische week op Paaseiland!

Dag 8 - Dinsdag 19 oktober

We gaan voor de derde keer naar de luchthaven. Als we willen, mogen we nog blijven tot donderdag (grote overboeking bij LAN!), maar we hebben het wel gezien en willen verder met onze reis. De moai doet nog een laatste stuiptrekking door het vliegtuig te doen vertragen... we blijven nog een paar uur langer en nemen dan uiteindelijk toch het luchtruim richting Santiago.

¡Iorana, Rapa Nui!
Tot ziens, Paaseiland!

Artistiek Valparaíso

Na onze langste busrit tot nu toe, komen we aan in Santiago de Chile. De stad zelf is zo europees en we wanen ons na Bolivië en het noorden van Chili helemaal terug in de normale wereld, met een zuid-amerikaans tintje. Het doet enerzijds vreemd aan en anderzijds hebben we het gevoel dit te kennen.

De eerste twee dagen vullen we met het verkennen van de stad, superlekker ontbijten (voornamelijk voor Kris, de zoetebek, zie foto's!) en wat praktische zaken. We willen het museum over de geschiedenis van Chili bezoeken, gaan binnen en er zit een dame achter een bordje "cerrado" (gesloten). We vragen wanneer het museum opent. "Kom volgend jaar maar terug", zegt ze. We kijken elkaar vragend aan, is dit nu ook al een job?!

Na twee dagen trekken we er op uit. We nemen de bus van anderhalf uurtje naar Valparaíso. Het kleurrijke en artistieke stadje ligt prachtig aan een baai en wordt omringd door 45 heuvels. We worden vrij snel gecharmeerd door de smalle straatjes, de heuvels, de antieke kabelliften op de heuvels, de kleurrijke grafiti en vriendelijke mensen. Het is er veel vuiler dan we al in Chili gezien hadden en we vinden er de boliviaanse chaos terug, het voelt goed! De stad charmeert ons en we besluiten er wat langer te blijven.

Het is ook hier dat Pablo Neruda, de chileense dichter die de Nobelprijs voor literatuur ontving, zijn inspiratie voor vele gedichten haalde. We maken lange wandelingen door de straatjes, nemen soms eens een kabelliftje de heuvels op of af, gaan naar de haven en koken sinds lang weer eens ons eigen potje.

Na drie mooie dagen keren we terug naar Santiago... Nog twee nachtjes slapen en dan zijn de moais daar!

Friday, October 8, 2010

Geen stress in Caláma

Na de nachtelijke transfer tot aan de chileense grens, staan we 's morgens vroeg te wachten op een busje dat ons naar Chili wil brengen (want geen enkele bus steekt de grens over, elk zijn eigen transport!). Tot nu toe verloopt alles nog op zijn boliviaans, maar als we daarna de propere en naar onze normen sjieke Mercedes bus zien aankomen, staan we al helemaal versteld. Even later trekken we onze ogen echt wijd open: een echte weg! Gedaan met stofferige pistes en oude 4x4's...bienvenidos a Chile!

Nadat de chileense autoriteiten onze bagage grondig doorzocht hebben, komen we aan in San Pedro de Atacama, een kleine oase in de Atacamawoestijn, de droogste plek ter wereld. Het heeft er al niet meer geregend sinds 2006.
De eerste dag rusten we uit van de salartour en vullen we met het regelen van praktische zaken, foto's backuppen, blog bijwerken, ... 's avonds wagen we ons aan een avondje sterrenkunde, want zo'n volle sterrenhemel hebben we nog nooit gezien. Met de zuiverste lucht, trekt Chili heel wat astronomen en observatoria aan. Met het blote oog zien we Jupiter, de melkweg, andere galaxys en leren er enkele sterrenbeelden kennen. En met de 9 telescopen (waarvan een aantal door de Franse astronoom zelf gemaakt) kunnen we nog veel meer bijzonderheden van onze hemel waarnemen. 't is buiten koud, maar we worden beloond met een warme choco nadien...

De volgende dag wordt gevuld met een en al sportiviteit! We springen de mountainbike op en fietsen naar de Maanvallei (Valle de la Luna), die haar naam dankt aan het ontbreken van vrijwel elk teken van leven en er dor, zanderig en grillig bij ligt.
Tot de eerste stop, de canyon, gaat alles vlotjes, maar dan... wind wind wind en zand zand zand! Het zand snijdt in ons gezicht en al gaat het bergaf, we geraken nauwelijks vooruit. En toch is het fijn. We lopen de duinen op en af, klimmen naar de panoramische uitzichtpunten en picknicken tussen de grillige rotsformaties.
Het plannetje dat we aan het begin meegekregen hadden, leek te kloppen, tot laat in de namiddag blijkt dat het laatste 'korte' stukje nog een heel eind verderop ligt. We fietsen, fietsen, fietsen met volle tegenwind er naartoe en na de verplichte laatste fotostop, keren we snel om zodat we nog voor het donker thuis geraken. En dan... zalig veel wind in de rug! We genieten ondertussen nog van de zonsondergang op de bergen.
Na een werkelijk hete douche (bijna kokend water, niet te regelen en onmogelijk onder te staan), gaan we een laatste keer eten met Cyril en Carole, want morgen splitsen onze wegen. We laten ons door een Chileen meesleuren in een restaurantje... Franse keuken: lekker, veel en andere smaken...de kers op de taart van een toffe dag!

Na San Pedro trekken we naar Caláma, waar we afgesproken hebben met Carmina, een oude chileense vriendin van Audrey. Na 11 jaar werd het een fijn weerzien. Samen met haar neef en nichtje verkennen we de regio en bezoeken we Ciu-Ciu, een traditioneel dorpje met adobe (leem) huisjes.
Omdat we dan toch in Caláma zijn, bezoeken we de mijn van Chuquicamata: de grootste openluchtmijn ter wereld en goed voor 11% van de wereldwijde koperontginning. Modern en geïndustrialiseerd, wat een verschil met Potosí!

Caláma zal ons ook bijblijven omwille van de hostal. Sylvia heette ons van harte welkom in haar zonnig en blauwgekleurde huis, al moest de inspectie op dinsdag nog komen om haar uitbatingsvergunning te verlenen. De inspectie werd om 11u verwacht, dus mochten we blijven tot 10u, als we onze bagage in haar privékamer zouden verstoppen... En al had ze stress, het was er niet echt aan te merken. Ze leende ons haar keuken, ze praatte mee en de avond ervoor werd er om middernacht nog volop geschilderd en gelast aan rekjes... (wetende dat ze na de middag nog met man en macht de binnenplaats hadden geschrobd). De dag zelf kunnen we om 10u maar moeilijk geloven dat alles tijdig klaar zal raken: ze staat nog rustig parket te boenen, onze kamer is nog niet klaar, de badkamer moet nog gepoetst worden, de verfpotten staan er nog, ... Maar het is hen toch gelukt! Dus een héél goed adresje, hostal Vicencio in Caláma (Calle Vivar y Ramirez).

En dan... maken we ons klaar voor de langste busrit tot nu toe: 23u bussen tot Santiago. Daarom opteren we voor de eerste klasse, waar je de zetels bijna horizontaal kan leggen. Zo hopen we toch wat te slapen en uitgerust aan te komen. We zien het landschap veranderen van woestijn, woestijn, woestijn naar het groene, moderne en westerse stadscentrum. Vijf films en uiteindelijk 22u later komen we vrij fris aan in de hoofdstad.

We ontdekken een heel ander Zuid-Amerika...

Friday, October 1, 2010

Over alle grenzen heen...

Bolivië beëindigen doen we met een climax... al lang keken we uit naar dit stukje en na de helse busrit vanuit Potosí en een dag van uitrusten in Tupiza, vertrekken we zaterdagochtend met onze franse vrienden Carole en Cyril, gids Mario en kokkin Augustina, een comfortabele jeep, eten voor 5 dagen en een "eindelijk" gevoel richting lagunes, salars, slapende vulkanen, en eindeloze landschappen...

We rijden Tupiza uit en niet veel later staan we in een landschap van rode canyons, weidse vergezichten, stoffige wegen en gure winden. Tegen de middag maken we kennis met de kookkunsten van Augustina: een eenvoudige maar zo lekkere sandwich wordt in een mum van tijd op tafel gezet. De rest van de middag is mooi, maar een beetje eentonig. ´s Avonds na het eten bespreken we met Mario de rest van de tour. We slaan hem met een stuk of vier opties rond de oren en hij zucht en denkt diep na over de routes en slaapgelegenheden, maar we komen uiteindelijk tot ons programma van de komende dagen.

De dag erop reizen we verder naar het zuiden en de landschappen veranderen zo snel. Vandaag worden we getrakteerd op de prachtige vergezichten en gure en harde, maar o zo mooie natuur van zuid-Bolivië. We doorkruisen kleinere gebergtes, weidse landschappen met lagunes, een kleine zoutvlakte, passeren een verlaten dorpje, ... 's Middags en 's avonds krijgen we weer lekkere maaltijden voorgeschoteld en tussendoor zijn er Oreo koeken en... Chupa Chups lekstokken (vooral voor Kris...)! Tegen het einde van de dag rijden we voorbij laguna verde en laguna blanca en de vulkaan Licancabur. ´s Avonds bespreken we met Macario, onze gids voor de Licancabur, de beklimming van morgen. Om ons te versterken brouwt Augustina ons een thee van pupusakruid...

De derde dag is helemaal gewijd aan de beklimming van de Licancabur die op de grens met Chili gelegen is. Om 3u15 staat de wekker, 3u30 ontbijt, 4u in de jeep en tegen 4u30 beginnen we aan de klim naar 5930m. Macario, een ervaren gids van 65 jaar die de berg met ons voor de 523e keer beklimt, leidt ons in een rustig maar constant tempo de berg op. Net voor de helft van de klim moet Audrey terugkeren. Al van bij het opstaan heeft ze maag- en darmproblemen. Rillend brengt ze de rest van de dag door met een stapel dekens bovenop de slaapzak in bed door. Met z'n drieën gaan we verder en na 6 uur klimmen staan we boven. Voor Kris een vervanging van de beklimming van de Huayna Potosí, deze keer wel net geen 6000m, maar hij is supertevreden dat hij het gehaald heeft. De afdaling is misschien lastiger dan de beklimming: in zand dat vol kleine en grotere rotsen ligt, "skieën" we de berg af. Kris valt zo'n 100 keer en vervloekt de rotsen meer en meer. Je kan zelfs op grotere rotsen, die stabiel lijken, niet meer vertrouwen, want soms komt alles naar beneden. Tegen 12u30 bereiken we de jeep en kunnen we gaan uitrusten in de refugio van Macario...

Een vierde dag van vroeg opstaan en kou trotseren, maar het loont weer zo de moeite! Na een haastige rit in de jeep bereiken we nog net tijdig voor de zonsopgang de geisers van Sol de Mañana: pruttelende en kolkende moddermassa's van 85º en stomende geisers. Daarna rijden we naar de Arbol de piedra: een rots die door de harde wind uitgesneden werd tot een boom. En dan komt de reeks lagunes er aan: laguna colorada, honda, charcota, hedionda en cañapa. Stuk voor stuk prachtige bergmeren in verschillende kleuren - door de samenstelling van de ondergrond - met flamingos. Tussenin spotten we nog patos andinos en de vos "zorro" van de Andes. 's Avonds overnachten we in een zouthotel vlakbij de grote Salar de Uyuni: de bakstenen, de voegen, bedden, stoelen en tafels, de vloer, lusters, ... alles is uit zout opgetrokken. Het heeft voor Kris een kerstsfeertje, voor Audrey eindelijk een warmere hostal ;-)

"Save the best for last"... op de laatste dag rijden we om 5u 's morgens richting Salar de Uyuni: een zoutvlakte van 12.000km2, de grootste zoutwoestijn ter wereld. Ook van deze derde zonsopgang in onze tour, kunnen we genieten door de verandering van kleuren die op de witte vlakte weerspiegelen. Het is er koud maar Mario heeft een goed idee: springen! (zie fotosite). We rijden door tot Isla del Pescado en maken een mooie wandeling over koraalriffen en tussen gigantische cactussen. En dan is het tijd voor de "special effects" fotoreeks (zie fotosite)... veel werk en proberen, maar fun gegarandeerd! Als afsluiter passeren we de zoutontginning en eindigen doen we op het treinkerkhof bij Uyuni. We nemen hartelijk afscheid van Mario en Augustina en in de late namiddag vertrekken we per jeep naar San Pedro de Atacama.

Weeral weer wat grenzen verlegd: de koude, gure winden, bijna de 6.000 meter beklommen, en nu de grens met Chili oversteken... want donderdagochtend tegen 9u30 staan we aan de grens met Chili... adios Bolivia!

Friday, September 24, 2010

Sucre, Potosí en Tupiza

De nachtbussen in Bolivia verschillen in één opzicht van deze in Colombia, althans zo is onze eerste indruk na de 12 uur durende rit van La Paz naar hoofdstad Sucre: het is in het bovenste dek van onze dubbeldekker bloedheet, terwijl in Colombia de airco keihard stond te koelen. Enfin, we arriveren tegen 7u ´s morgens in de hoofdstad van Bolivië, Sucre en niet La Paz, zoals velen denken.

Bij aankomst maken we kennis met Cyril en Carole uit La Réunion, het franse eiland ten zuidoosten van Afrika. Over enkele dagen beginnen we aan de tour rond de zoutvlaktes, lagunes, geisers en vulkanen in het zuiden van Bolivië. De jeeps zijn voor 4 personen en in het huidige toeristische laagseizoen is het ook moeilijker leuk gezelschap te vinden. Het klikt meteen en we hebben dezelfde route en eindbestemming. Deal gesloten...

Sucre, de hoofdstad van Bolivië, is prachtig wit en doet koloniaal aan. We logeren bij Delfine en Freddy, die van hun kast van een huis gastenkamers gemaakt hebben en er een gezellige, huiselijke sfeer van maken. Na aankomst gaan we ´s middags naar Tarabuco, gekend voor het weven van kledij en de zondagse markt, waar de mensen - en vooral de mannen - in opvallende traditionele kledij lopen. De volgende dag trekken we er op uit - samen met de Fransen - in de Cordillera de los Frailes. We combineren cultuur met natuur en wandelen over de oude Incaweg, zien hoe de oude weeftechniek toegepast wordt en maken een wandeling vanuit de vulkaankrater van Maragua naar sporen van dinosaurussen (T-rex en Brontosaurus). We hadden ze iets groter verwacht... ´s Middags eten we bij Augustina, notabene 94 jaar oud, die ons een heerlijke sandwich maakt in haar superkleine, oude en vuile keukentje.

Na de intensieve wandeling van de dag ervoor, rusten we de volgende dag vooral uit in Sucre: we verkennen de stad en gaan op zoek naar een zonnebril voor Kris; de zijne is gebroken. De zoektocht draait wat negatief uit... De boliviaanse modellen zijn iets te kitsch ;-) hopelijk hebben we in Potosí of Tupiza meer geluk...

"I was born one mornin' when the sun didn't shine
Picked up my shovel and I walked to the mine
I hauled Sixteen Tons of number 9 coal
And the store boss said, "Well, bless my soul""

Op naar Potosí dan...: ooit evenwaardig met Londen of Parijs, een echte wereldstad door de zilverontginning in de "Cerro Rico", de berg die de stad groot maakte. Vandaag de dag is de mijn quasi uitgeput: 15% van het gesteente bevat nog waardevolle mineralen (zilver, lood, zink), vroeger was dit 85%! We duiken zelf in de mijn en zien en ondervinden aan den lijve hoe zwaar het werk is: warm, een ongezonde stoffige lucht, 8u tot 10u per dag werken en dat gedurende 35 jaar... Om de zoveel tijd moeten we in de smalle mijngang plaats maken voor de wagonnetjes van 1 of 2 ton die voortgeduwd en -getrokken worden door uitgeputte mijnwerkers...

Nog dezelfde avond nemen we de nachtbus naar Tupiza... een letterlijk schokkende ervaring: na een halfuur door Potosí gereden te hebben, keren we terug en staan een dik uur stil, er is iets mis met de bus, maar wat...geen idee. Met serieuze vertraging vertrekken we dan toch over een hobbelige gravelbaan voor 8 uur... Moe komen we toe in een slapend Tupiza... de deur van de hostal blijft gesloten na vele keren bellen en kloppen. We installeren ons op een pleintje en een tijd later proberen we opnieuw... de deur gaat open, en een kwartier later vallen we in een diepe slaap...

Morgen begint waarschijnlijk een hoogtepunt van de reis doorheen Bolivië: de vijfdaagse tour rond de vulkanen, geisers, lagunes én de Salar de Uyuni...

Tuesday, September 21, 2010

Isla del Sol, Coroico en afscheid van Arthy...

Vooraleer we van La Paz naar Isla del Sol vertrekken, gaan we langs de post om een verjaardagspakje op te sturen. We kopen een doos, steken alles erin en geven het af: 1,020kg kg... De dame aan het loket vindt het zelf zo jammer dat we voor die 20 gram 12 euro meer moeten betalen, maar door de vingers zien, wil ze niet. Dus snijdt ze de doos terug open en knipt een stuk karton van de binnenste flap eraf... We wegen opnieuw en het lijkt in orde, tot de doos dichtgekleefd is. Met plakband weegt het pakje 1 gram teveel..., dus opnieuw de doos open en een stukje karton minder. Het lijkt alsof de dame er zelf pret aan beleeft. Een half uur later en na 3 keer openen en dichtkleven van de doos zijn we er: 998 gram! Voor een zondagmiddag had de dame zo goed gewerkt, dat we haar wat bananenschijfjes kopen en ze is dolgelukkig.

We vertrekken dan naar Copacabana en Isla del Sol (Titicacameer). Voor Kris de tweede keer. Maar het is er wondermooi en het uitzicht is er telkens anders. Ondertussen kent Kris de eigenaar van de hostal, de 25-jarige José Huanca. Zijn vrouw maakt ons ´s middags gegrilde oca, aardappelen en bonen klaar, vers uit het veld. Het ziet er op foto misschien niet zo smakelijk uit, maar het proeft heerlijk! ´s Namiddags gaan we in de roeiboot met José een paar visnetten uitgooien die we ´s anderendaags om 6u ´s morgens gaan ophalen. De vangst is mager, zoals voor de lokale bevolking steeds vaker het geval is. Het is er koud en voor de mensen zelf hard werken. Voor ons duurt het maar even en we zijn blij als we ons kunnen warmen aan de eerste zonnestralen bij zonsopgang.

Daarna varen we terug naar Copacabana en nemen we de bus naar La Paz. We rijden doorheen de Altiplano en Audrey vindt het zo jammer dat ze vanuit de bus maar moeilijk mooie foto´s kan nemen. Dus... we vragen de buschauffeur gewoon ons af te zetten in de middle of nowhere. We genieten van een uurtje foto´s maken en relaxen in de velden. In de hoop dat een busje met 2 vrije plaatsen zal stoppen, wachten we langs de weg... en nog geen 10 minuten later hebben we geluk. We zetten onze reis verder naar La Paz, waar we tijdelijk onze "thuisbasis" in de hostal Arthy´s Guesthouse gevonden hebben. We wisselen gauw wat spullen, propere kleren en sokken en hop, we zijn weer klaar voor 2 dagen Yungas, de subtropische regio van Bolivië.

Coroico wordt in de reisgids omschreven als een charmant, koloniaal en gezellig dorpje, waar het goed vertoeven is in een aangenaam klimaat. Na 3 ijskoude avonden en nachten op Isla del Sol, kijken we er wel naar uit lager en warmer te verblijven.

Omstreeks 21u komen we aan in... een druk, donker en luguber sfeertje: er is geen licht, honden huilen en blaffen, iedereen komt samen op straat en de huizen en restaurants worden verlicht met kaarsen. Al gauw hebben we door dat er een stroompanne is, die de regio lam legt. De hostal die we aangeraden kregen van andere backpackers ligt 10 minuten stappen van het centrum. Vol goede moed vertrekken we gepakt en gezakt, maar al snel zakt de moed in de schoenen als we enkel de schaduw van de hoge bergen rondom ons waarnemen, ons lampje een paar meter ver schijnt, en agressieve straathonden ons opjagen. De 10 minuten worden snel 20 minuten en uiteindelijk komen we aan in een gesloten hostal... Een andere hostal zou vlakbij liggen, maar niemand kent het adres. Audrey is er niet meer zo gerust in als steeds meer grommende honden, die we maar moeilijk van ons afgeschud krijgen, op ons afkomen en de taxi's niet willen stoppen. Na lang aandringen krijgen we er één vast en we besluiten meteen terug te keren naar het centrum, nemen met kaarslicht onze intrek in hostal Kory en gaan met een ontgoochelde eerste indruk van Coroico slapen...

's Anderendaags maken het aangename warme klimaat, de gezellige sfeer op de plaza en de prachtige vergezichten veel goed. De eerste dag wordt ingevuld met ontspannen, planning van de reis en het zoeken naar een wandeling voor de volgende dag. Met Gony trekken we dan naar Río Negro, een wandeling tussen cocaplantages, koffiestruiken, bananenbomen en de lokale fauna van biloco´s, oropendulos, tunkis, mooie kleurige vlinders, ... om zo te eindigen bij de waterval waar we een frisse, deugdoende duik in kunnen nemen. Coroico laat ons dan toch een goede indruk na!

We keren voor een laatste keer terug naar onze thuisbasis in La Paz, waar we afscheid nemen van Arthy´s Guesthouse, van de immer breedlachende en aangename Rúben...

Op naar het zuiden nu: Sucre, Potosí en hét hoogtepunt van Bolivië: de salars en lagunes...

Saturday, September 11, 2010

¡Bienvenido a La Paz!

Nu mijn reis goed en wel gestart is, wil ik ook graag een eerste blogbericht posten!

Na de ontgoocheling van de afgelaste vlucht dinsdag, de nachtvlucht en de eeuwig lijkende wachttijd in Lima, was de omweg tot Santa Cruz de la sierra (een eind voorbij La Paz) er echt teveel aan. Maar op de terugvlucht van Santa Cruz tot La Paz, de laatste vlucht, kon ik eindelijk uitkijken naar mijn aankomst en werd ik bovendien getrakteerd op ongeziene schoonheid vanuit het vliegtuig: de Cordillera Real leek zich op amper enkele honderden meters onder ons te bevinden, het leek alsof je de sneeuw zou kunnen aanraken...

...en daarna het blije weerzien!

Behalve wat druk op de oren voel ik me prima, geen last van de hoogte. Maar `s anderendaags krijg ik de volle lading...: misselijk, extreem hevige hoofdpijn, de spaghettibeentjes waar Kris het over had en een hart dat 120 slaat als we de 5 treden in de hostal nemen... bienvenido a La Paz!
Niet echt in staat de hostal te verlaten, neem ik een dagje rust, terwijl Kris nog wat boodschappen doet, op zijn gitaar tokkelt en leest voor de volgende dagen. Maar de rust loont en vandaag lijkt alles voorbij, al doen we het nog een beetje op zijn Zuid-Amerikaans...tranquilo.

De eerste indrukken zijn fantastisch: de kleurrijke kraampjes waar ze de cola tussen de pampers en de kauwgom verkopen, de overvolle bussen waar toch nog altijd plaats is voor iemand extra, het voortdurende gezellige getoeter van de auto's en de bussen, het leven op straat, de gereserveerde maar toch zo vriendelijke Bolivianen,...
Het lijkt wat op Ecuador en voelt dan ook een beetje als terug thuiskomen in Zuid-Amerika. Zeker als ik er de jugos (fruitsappen) en de gebakken bananenschijfjes terug kan proeven, heerlijk!
We slenteren wat door de stad langs marktjes en pleintjes en laten ons verleiden door de charmante verkopers waarvoor je steeds 'amigos' bent :-) Maar zo blijven we soms ook hangen en praten we wat over de evolutie van het land, de grote veranderingen sinds de nieuwe president, de rijkdom en de armoede.

Vanavond bekijken we de plannen voor de volgende dagen. Er is zoveel te beleven, 't is nu al moeilijk kiezen.
En zo is onze reis samen vandaag echt gestart. We kijken uit naar de rest!

Audrey

Friday, September 10, 2010

Met dank aan onze "vrienden" in Frankrijk... (over de aankomst van Audrey)

Zoals de traditie het wil, zijn de dagen begin september hoogdagen voor onze vrienden van de vakbond in het op dat moment even niet zo "douce France"... En jawel ook dit jaar hebben we dat mogen ondervinden.

Want, door deze "vrienden" werd de vlucht van Audrey op dinsdag naar Madrid afgelast. Gevolg: geen vliegtuig naar Lima of naar La Paz en geen aankomst op woensdag. Met een tikkeltje geluk is ze er in geslaagd de hele resem van vluchten een dag op te schuiven, en jawel om 16.50u landde het vliegtuig, en om 17.23u kwam ze als laatste door de deur van gate 1 op El Alto!

...gelukkig weerzien...

Een twintig minuten later stonden we voor de deur van de hostal in La Paz. Moe maar gelukkig naar binnen...

De lange vlucht en ook de hoogte hebben echter hun tol geëist, want vandaag voelde ze zich niet zo goed: veel hoofdpijn en de ongeveer de hele dag gerust, beetje gegeten en gedronken en geslapen, geslapen, geslapen...

We gaan zien hoe het verder gaat: ofwel blijven we in La Paz, ofwel verhuizen we naar het lager gelegen, koloniale Coroico...

Keep you informed!

Audrey & Kris

Monday, September 6, 2010

Sorata, capital of trekking (and laziness...)

Na mijn avontuur om tot in Sorata te geraken, besluit ik om voor het eerst op deze reis een dagje of twee niet al te veel te doen. We zullen later nog wel een daguitstap of trekking in Sorata, "capital of trekking" doen...

De eerste ochtend in de hostal komt Paul, een 24-jarige ierse advocaat binnen, en mijn plan om die dag lui te zijn, valt in het water... nadat we samen gegeten hebben, besluiten we om 's middags een wandeling te maken. Na een goeie 3u wandelen belt Bert, hij is gearriveerd in Sorata, we keren terug naar de hostal.

De volgende dag verkennen we het kleine gezellige centrum en verder niet echt veel... dan toch een beetje nietsdoen vandaag...

De wandeling van 24km naar de San Pedro grot doen we de dag erop. Het weer in Sorata - en eigenlijk in dit deel van Bolivia - is nogal belgisch: grijs, mistig, bewolkt, een beetje regen en koud. Zelfs op het nieuws spreken ze erover, er zijn immers de laatste tijd nogal wat bosbranden geweest door de lange droogte. Daardoor hebben we ook geen echt schitterende vergezichten, maar de bergen in nevel gehuld zien, is anders ook wel de moeite! In de grot is er een groot meer waarop we met waterfietsen wat rondgepeddeld hebben. Die avond leren we onszelf vanuit de duitse spelregels "Backgammon" spelen. Pas als we met anderen spelen, zullen we eindelijk weten of we dat Duits goed verstaan hebben, we zijn benieuwd...

En dan een echt dagje nietsdoen: wat langer slapen, eten, in het centrum rondwandelen, koffietje drinken, 's middags wat backgammonnen, schaken, en later de trekking naar de Laguna Chillata regelen. Oef!

Om zeker om 7u aan het startpunt van de wandeling te zijn, willen we om 6u30 vertrekking in de hostal. Probleempje: de voordeur is gesloten... de eigenares is nergens te vinden, ramen zijn met tralies voor, het balkon is te hoog om te springen... na wat zoeken naar een sleutel, proberen we de deur toch open te krijgen. En het lukt: gewoon het slotje van de tweede deur omlaag trekken en een beetje forceren en hop, open! De trekking zelf is een beetje tegengevallen... enerzijds door het weer, maar anderszijds door de gids die ons eerst een kleine 30min tot aan een ander startpunt brengt, waardoor we uiteindelijk 3u minder gewandeld hebben. Jammer, maar helaas...

's Avonds na het eten komen we voorbij een winkeltje met een hoop prullen, en met wat gezelschapspelletjes... en voor 6 Bolivianos (een kleine 0.67 euro) is de reisversie van Monopolio van ons. Jullie kunnen raden wat we die avond en de volgende en de volgende gespeeld hebben...

Onze laatste dag in Sorata wordt ingevuld met uitslapen, lezen, een bezoekje brengen aan Paulina van Royal House - haar zoon Gustavo doet even de bar, nu ze naar La Paz is - op de gitaar tokkelen, blog schrijven, naar de voetbal kijken in het dorp, and that's it!

Maandag de bus op naar La Paz, La Paz, La Paaaaaaaaaaz!

Wednesday, September 1, 2010

Handjes draaien, koeke bakken vlaaien

Na vier dagen La Paz, nemen we onze rugzak en vertrekken voor een dikke week naar het westen: Copacabana, Isla del Sol en Sorata. Op de bus naar Copacabana,ontmoeten we Juan, een 22-jarige Argentijnse tenorsaxofonist, die zijn reis bekostigt met het spelen in restaurants. Hij reist zonder geld, gids of reisplan en dat lijkt ook vrij goed te lukken. De achterste rij van de bus is van links naar rechts: twee Belgen, twee stokoude vrouwtjes in traditionele klederdracht (met bolhoed en al) en Juan...

De volgende dag nemen we de boot naar Isla del Sol, de heenvaart voert over het diepblauwe Titicacameer met een prachtig blauwe lucht en in de verte de bergen. Deze zijde van het meer is inderdaad mooier dan de peruviaanse. Op Isla del Sol worden we aangesproken door José Huanca, die zijn hostal aan ons probeert te verkopen. We zijn wat achterdochtig en kijken eerst wat rond, maar uiteindelijk is zijn hostal toch het beste en bovendien krijgen we een typische maaltijd van het eiland aangeboden. Samen met zijn vrouw en zoontje, en twee andere gasten - een Schotse en een Italiaan, eten we aardappelen, vis en andere groenten. Vanuit onze kamer hebben echt een "view" (kijk maar naar de foto´s). 's Avonds pikken we nog een fantastische een zonsondergang mee.

Bert besluit een dag langer te blijven om zijn knie en enkel te laten genezen. Ik vertrek gepakt en gezakt naar het zuiden, een wandeling van een uur of drie, met fotostops worden dat er vier... Aangekomen in het zuiden verkoopt een gewiekst kereltje van acht me een kamer in de hostal van zijn moeder. Weerom "room with a view", ongelofelijk. 's Avonds is er een natuurlijk vuurwerk aan de overkant van het meer - een onweer boven het meer levert knappe beelden op (jammer genoeg quasi onmogelijk te fotograferen).

De volgende dag is het plan: terugkeren naar Copacabana en dan verder naar Sorata. Ik neem de bus naar La Paz en stap af in Huarina om daar te wachten op een bus naar Sorata: om 16u sta ik in Huarina te wachten en probeer bussen te stoppen. Niet alleen passeren er niet heel veel bussen naar Sorata (wel naar Achacachi, Tiquina en Copacabana), ook zitten ze stuk voor stuk overvol met mensen en bagage: fietsen, big bags, fietsen, rolstoelen, basdrums, ... Blijkbaar is het teken dat de chauffeurs dan doen hetzelfde als wij kennen bij "handjes draaien, koekebakke vlaaien". Om 18u sta ik er nog en ofwel neem ik nog vlug een bus naar La Paz en keer de volgende dag terug, ofwel zoek ik hier onderdak. Het oude vrouwtje van het winkeltje, waar ik wat koeken gekocht had, blijft bezorgd vragen "No hay buses?" en ik vraag of er hostals zijn in Huarina. Ik mag bij haar blijven slapen in een hostal in aanbouw. Ik koop nog wat avondeten bij haar: tonijn, fruitsap en twee broodjes. En tegen 20u kruip ik in mijn slaapzak. Huarina is zo'n dorpje van 10 huisjes naast een grote weg waar 's avonds niets te doen valt...

De volgende ochtend sta ik om 8u opnieuw te wachten... om 10u nog altijd... nieuw plan: bus nemen naar Achacachi en dan naar Sorata... dat lijkt beter te lukken want om 11u stopt eindelijk een vol busje, met nog één plaatsje... oef! Omstreeks 13.30u kom ik aan in Sorata... In Sorata regel ik eerst wat praktische zaken, en ´s avonds drink ik een thee bij Paulina van Royal House. Weerom een kranig oud vrouwtje van 78 dat kilo´s maís aan het pellen is om popcorn te maken. Acht kinderen, waarvan vier in de VS wonen en de andere vier bij het boliviaanse leger werken.

Na een Pique Macho - een boliviaanse gerecht - op het plein ga ik slapen, en denk ik: "eindelijk zat ik op een bus waarvan de chauffeur ook eens "handjes draaien koekebakke vlaaien" deed naar andere wachtenden...

Thursday, August 26, 2010

Bolivia... een verademing!

Na een stresserende rit naar de luchthaven, een strenge veiligheidscontrole en twee relatief korte vluchten, eentje van Bogotá naar Lima en dan in de transit voor een uur of 5, en dan Lima - La Paz, komen we uitgeput aan in de piepkleine luchthaven van El Alto, Bolivia rond half één ´s nachts. Ik word het meteen gewaar: mijn benen zijn spaghetti, mijn hoofd tintelt... we zijn op ongeveer 4.000m. Tegen 2u ´s nachts liggen we in bed...

Maar, we worden beloond... La Paz lost de verwachtingen helemaal in: een grote stad, maar het is er toch rustig, het verkeer is druk, maar niet gejaagd, mensen zijn vriendelijk en heel gewoon. Het lijkt ook zo op de omgeving en mensen van Cusco. Wat een verschil met het hectische, stresserende en gejaagde Bogotá!

De eerste dag wordt gevuld met praktische zaken en vooral: rustig aan, rustig aan... op deze hoogte loop je niet eventjes door de straten die omhoog en omlaag gaan. De volgende dagen lopen we door de stad en kijken wat we gaan doen in de komende weken, naast de stad bezichtigen. Op een mirador (uitzichtplaats) ontmoeten we Luisa en Iris, die kinderopvang doen. Iris is een Duitse die vrijwilligerswerk doet in de kinderopvang, Luisa werkt er vast. We babbelen wat over Bolivia, België, de bezienswaardigheden, El Alto en de problemen daar.

Vandaag zijn we alvast naar dé archeologische site van Bolivia geweest: Tiwanaku, een beschaving van +/- 1500 v. Chr., supergoeie gids en indrukwekkende site, zeker de astronomische tempel met de bekendste foto van de site. Ook het museum met de keramiek die gevonden werd, was de moeite: gedetailleerde beeldjes, potjes enz... die ze toen al maakten. En last but not least demonstreert onze gids een megafoon van die tijd, een speciaal gevormd gat in de muur zorgt ervoor dat het geluid dat er doorheen gaat, enorm versterkt eruit komt.

Op de heen- en terugrit over de altiplano, zien we wat Bolivia nog meer zal brengen: weidse landschappen, een kleurrijke en eenvoudige bevolking en zoveel om te zien... als dit nog maar een voorsmaakje is...

Sunday, August 22, 2010

Terug naar waar het begon... Bogotá...

Vandaag de laatste volle dag in Bogotá... we doen niet veel meer vandaag, wat rondwandelen en deze avond nog eens een goed restaurantje zoeken voor een "afscheidsmaal".

Na ongeveer anderhalve maand Colombia vertrekken we naar La Paz, met een tussenstop in Lima, Perú. Dinsdag beginnen we aan Bolivia, voor iets meer dan een maand... of als het er goed is, langer, wie weet? We hebben Colombia immers ook met 10 dagen uitgebreid...

Tuesday, August 17, 2010

Indiana Jones and the lost city of the Tayrona

We schrijven donderdag 12 augustus 2010, vandaag begint onze trekking die al maanden met stip bovenaan genoteerd stond op ons "to do" lijstje: de verloren stad van de Tayrona. Kleiner, minder bekend dan Macchu Piccu, maar een zwaarder en avontuurlijker parcours er naar toe: rotsen, modderige paden, warmte, vochtig, regen, rivieren oversteken, ...

Onze zeer beperkte rugzak belandt op een 4x4 en met z´n zevenen, 2 gidsen en chauffeur vertrekken we richting startpunt, meer dan 2u van Taganga. De 4x4 bleek geen overbodige luxe want even later klauterden we naar boven, gleden naar beneden en kwamen even vast te zitten.

Onder de indruk van dit spectaculaire begin, begonnen we in een regenbui - die later een serieus onweer werd - aan de trekking.

Ook al zijn we niet vrijdag de 13de, bij de derde riviercrossing is het prijs: Bert glijdt uit, valt en komt verkeerd neer. Zijn enkel lijkt gebroken, maar later blijkt een serieuze ontsteking. Hij kan hoedanook niet meer verder, en gaat mee per paard tot kamp 1. Onze gids begeleidt Bert de volgende dag terug naar beneden. Ik zal de tocht in 5 in plaats van in 6 dagen lopen, met een andere groep mee.

Bovenop de helling barst het onweer echt los: de bliksem slaat op enkele meters van ons op een boompje in, een flits maar verder gelukkig niets... Net voor de kampplaats, dalen we af in geelbruine modder. Ik zak enkele keren tot de enkels weg. Als laatste voorproefje, staat de rivier bij kamp 1 door de hevige regen vrij hoog. Tot aan mijn middel waad ik er door en zo bereiken we de kampplaats. Vlug afdrogen en droge kleren aan, de hangmat in orde brengen en aanschuiven voor het eten. Als desert krijgen we een Gol - een Lionachtige koek - die later nog een legende zal worden...

Dag 2 trek ik verder met een groep mensen uit Amerika, Australië, Frankrijk en Ierland. Vandaag is het makkelijker en korter, want al na 2u komen we aan.
Om de tijd te doden, babbelen we, kaarten we en kunnen we naar een zwemparadijs: in de regen van een rots van 7 à 8 meter springen we de rivier in. En ´s avonds is er weer een lekkere maaltijd en natuurlijk een Gol!

Op de derde dag, trekken we naar het basiskamp aan de ciudad perdida. Onderweg wachten drie serieuze riviercrossings ons op en niet zonder veel moeite raakt iedereen erdoor. Echte Indiana Jones wordt het als we één rivier oversteken met een primitief kabelbaantje op een 20m erboven! En dit alles in een nieuwe regenbui - hadden ze wel mogen zeggen bij het touragentschap, we vroegen het nog ;-). We stinken intussen elke dag meer, alles is nat en niets droogt in dit klimaat. Enkel onze droge kleren zorgen ervoor dat we ´s avonds toch enigszins fatsoenlijk kunnen eten! En ´s avonds, ´s avonds was er Goooool!

Op de vierde dag trekken we naar ons einddoel - na drie riviercrossings duiken in de struiken de eerste van 1.200 treden naar de verloren stad op... even klimmen en we staan boven. Dit is zelfs even knap als indrukwekkend als Macchu Piccu! Na een rondleiding, begint de lange weg terug naar kamp 2. Ook al kennen we het parcours al, toch trakteert onze gids Jesús ons op een nieuwe riviercrossing. In plaats van de kabelbaan, gaan we erdoor, hop tot aan de bovenarmen het water in. Drie gidsen helpen ons erdoor. Mijn rugzak geraakt er veilig over, maar die van Paul - uit een andere groep belandt in het water, en Arnold verliest zijn bril aan de kolkende massa... Aangekomen ben ik doodmoe, en na een moeizaam avondmaal - ik heb last van de darmpjes en eet mijn Gol zelfs niet op - ... ga ik slapen.

De laatste dag begint moeizaam met een zware modderhelling aan het begin. Op eigen tempo - en dat van Fernando, een 57 jarige Colombiaan uit Medellín, komen we aan bij de tussenstop met weer een "piscina": deze keer geen 8 meter, maar toch indrukwekkend. Vanaf dan gaat het beter en drie uur verder, trakteren Arnold, Luke, James en Eva me op een applaus bij aankomst en zo doen we voor iedereen die aankomt...

We trakteren onszelf op een pintje of twee, drie en natuurlijk volgt een laatste Goooooooooooool!

Wednesday, August 11, 2010

Pirates of the Carribean!

Na de voorlopig langste busrit - meer dan 16 uur - komen we aan in broeiering en vochtig Cartagena. Volgens talloze reizigers, reisgidsen en blogs is dit een legendarische, levendige, prachtig bruisende stad met een rijk verleden van glorierijke tijden en veldslagen tegen onder andere de Engelsen en de caraïbische piraten. In de straten treffen we inderdaad kleurrijke, statige gebouwen aan in een mooi historisch centrum. Het is ook hier dat we voor het eerst de Caraïbische Zee zien en de eerste droombeelden van paradijselijke stranden worden langzaam realiteit. Zeker als we de volgende dag de Islas Rosario bezoeken! Die dag begint anders met een serieus zware regenbui en even wordt er gefluisterd dat het schip niet zal uitvaren. Gelukkig breekt de zon door en krijgen we alsnog een stralende dag. Voor we het goed en wel beseffen, varen we in helderblauw water, doemt een parelwit strand op en wuiven de palmbomen op een warme zeebries... aloha! Eens aangemeerd, wordt ons een lunch geserveerd, en even daarna liggen we te bakken tegen een achtergrond van de Bounty reclame! We hebben hier trouwens ook tientallen vrienden - die we eerst niet kenden - er bij gekregen: masseurs, verkopers van sierraden, ijsjes, drank... als die op Facebook gaan bijkomen... Een duik in ideaal zeewater, even op ´t strand liggen en plots alarm! Een juwelenverkoper wijst naar het bootje naar dat ons in moet schepen, en we zien het naar het schip varen... halsoverkop inpakken en lopen lopen lopen! Gelukkig vaart het nog een keer om de laaste groep passagiers op te pikken... oef!

Bij aankomst in Cartagena wandelen we nog even door de stad bij valavond. De gebouwen die al knap oogden, komen met de verlichting nog beter tot hun recht en als er af en toe een koets met paarden door de straten ratelt, voel je de stad leven.

De dag erop trekken we naar de Totumo vulkaan. Cindy, een Duitse uit Berlijn, die we in de hostal hebben leren kennen, is ook mee op pad.In de 2300 meter diepe krater zit er... grijze modder... Boven in de krater kan je een modderbad nemen en het is echt de vreemdste ervaring ooit... Bert gaat als eerste erin en even later zit ook ik tot aan m´n nek in de modder... je zinkt niet en alleen met heel hard duwen lukt het kopje onder te gaan. Als ik terug boven modder kom, doe ik mijn mond iets te snel open en stroomt er een grijze zachte brij naar binnen... tasty! We nemen al vroeg de bus terug naar Cartagena, om op tijd te zijn voor de bus naar Santa Marta. Opeens staat de bus stil in een lange file door een wegblokkade... na even wachten, besluiten we om te voet verder te gaan tot aan de stakingspost, we wandelen er door en kunnen een bus naar de terminal nemen. Dan vlug naar de hostal, eten, pakken en terug naar de terminal... Precies 15 minuten voor de laatste bus naar Santa Marta vertrekt, staan we klaar om in te stappen... dat was op het nippertje! Het stopt niet, want even voor Santa Marta, krijgen we politiecontrole: iedereen moet uitstappen en de bus wordt doorzocht. Om 2.30u komen we na een hectische dag, en toch ontspannen modderbad, aan in Santa Marta... de volgende dag trekken we naar Taganga, onze thuisbasis voor de komende dagen: morgen pakken we onze kleine rugzak met het hoogstnodige en als we de Ciudad Perdida trek overleven, schrijven we terug op woensdag... tot dan?

Thursday, August 5, 2010

Koffie in het nevelwoud...

Nadat ik me geïnstalleerd heb op een bankje in de zon op het Bolivarplein in Medellín, schrijf ik vlug dit blogbericht.

Alvorens naar het noorden te gaan en de caraïbische zon op te zoeken, passeren we eerst de koffiestreek - eindelijk! - en Medellín.

Van verschillende backpackers hoorden we supergoede verhalen over Salento, een eerder klein koloniaal stadje in het hart van de zona cafetera. Al direct bij zonsopgang en een eerste wandeling naar de Plaza Mayor, zien we dat die niet gelogen zijn: prachtige witte gevels, kleurrijke poorten en deuren, een rustige sfeer en rustieke taferelen.

Niet alleen is Salento een "koffiedorpje" maar ligt het ook vlakbij het nationale park Los Nevados, met mysterieuze nevelwouden, enorme palm wax bomen - één van de grootste bomen ter wereld - en glooiende landschappen in de Valle Cocora. Een pittige wandeling brengt ons tot Acaime, een natuurreservaat. Hiervoor trotseerden we wel regenbuien, modderige "paden", af en toe een steile klim, kolkende rivieren, Indiana Jones´stijl brugjes... Inspannend allemaal, maar boven worden we wel beloond met kolibries rondsnorrend op een armlengte afstand, een energievolle "soep" met kaas. Later blijkt dat het geen soep is, maar een water dat eerst met superzoet brood werd vermengd, en er nadien terug uitgehaald werd - het heet "aguapanela". Er wordt dan ook hartelijk om mijn vergissing gelachen!

Terug in Salento - met de meer dan 50 jaar oude Willys jeep - besluiten we om een stapje in de wereld te zetten en probeer ik de eerste salsastapjes te doen. De "básico" lukt toch al, maar zwieren en ronddraaien gaat iets te ver.

Onze hosteleigenaar heeft twee jaar geleden een koffiefinca gekocht, en we krijgen er een rondleiding op zijn 12ha tellende domein. Ik besluit om de volgende ochtend naar de koffiefabriek zelf te gaan om te zien met wat voor een gedrevenheid de bonen manueel gezeefd, geselecteerd en gebrand worden. In de lokale koffiebar Jésus Martín, een van de betere in de streek, krijg ik tot slot een lekker zachte, maar toch straffe espresso gepresenteerd.

En nu op naar Medellín, laatste stop voor het noorden... Maandagavond laat, komen we toe in Terminal del Sur. Ik zie dat Camilo - van op het vliegtuig gebeld heeft - bel terug, en we spreken de volgende middag af. Samen met Judith en Judy - twee vriendinnen, wandelen we door de stad, hebben we een fantastisch zicht over Medellín vanuit de kabelbaan, en gaan we eten in de rijkere wijk Poblado. In een sushi-wok restaurant profiteren we van de 2 voor 1 actie op dinsdag, en het mag gezegd dit restaurant is ET proof ;-) Zijn vader komt ons oppikken en zet me terug af aan de hostal.

Medellín is anders een zeer westers aandoende stad, met veel hoogbouw, moderne pleinen, grote parken, shoppingcentra en een bovengronds rijdende metro. In de paar dagen dat we er zijn, heeft trouwens het Festival de flores plaats. In de Jardín Botánico bezoeken we de tentoonstelling "Orquídeas, pájaros y flores". De orchidee - nationale bloem, trouwens - staat centraal. We drinken nog iets - de Pony Malta is intussen onze favoriete frisdrank geworden - en ik ga op zoek naar een gitaar.

Nog wat voorraad inslaan voor de 15u durende busrit naar Cartagena van donderdagnacht en hop we zijn we voor de zon, zee en Bounty-reclame stranden...

Friday, July 30, 2010

The southern loop

We zijn nog geen week weg, of de geplande route gaat al volledig de mist in. In plaats van noordwaarts te trekken, besluiten we de zuidelijke lus te maken. In 12 dagen reizen we van Bogotá naar Cali (tussenstop), San Cipriano, Popayán, San Agustín, Neiva, Bogotá. Intussen verplaatsen we de vlucht naar La Paz ook met een week, naar 23 augustus.

Intussen regent het overal - het noorden, het zuiden... het maakt niet uit waar we heen trekken. Nu pas valt ook op dat ik groter ben dan de gemiddelde Colombiaan. Het regent, paraplu's gaan open en ik krijg er nu en dan eentje in mijn nek geprikt.

Vrijdag 16 juli, nemen we de nachtbus naar Cali, en direct bij aankomst een collectivo naar Buenaventura. We stappen uit in Córdoba, en gaan per motortaxi naar San Cipriano, een "outlaw" dorpje in het regenwoud. Een door een motorfiets aangedreven pallet op spoorwegwieltjes, brengt ons naar het dorpje, waar de bevolking afrikaanse roots heeft. Regenwoud betekent helaas ook elke dag een fikse bui, en kleren die voor geen meter drogen... We zwemmen in de kristalheldere rivier, maken een wandeling en krijgen gezelschap van Hermann Guttman Ortiz en zijn vrouw. We leren "ocho loco" een variant van Uno of "pesten" en slapen met Mr. Rat en Hagedis, en de dag erop zien we onze voorraad rijst en koeken deels opgepeuzeld.

Twee dagen later trekken we verder naar Popayán, een verademing. Een prachtige koloniale stad die ons zeer uitnodigend verwelkomt met haar witte façades. We besluiten dan ook twee dagen langer te blijven, en bezoeken ondermeer het NP Puracé met een uitputtende beklimming van de vulkaan Puracé. Op een kilometer van de top, geeft Jaimee uit Australië er de brui aan, Bert is intussen al meer dan anderhalf uur boven en ik kom strompelend en met tekenen van hoogteziekte aan. Van 1.700m naar 4.700m op een dag is niet goed en ik voel het. Na de obligate fotosessie, gaan we dan ook pijlsnel naar beneden. De volgende dag wandelen we richting de thermale baden van San Juan.

Popayán doet net als de rest van Colombia haar best om de nationale feestdag - en dit jaar 200 jaar onafhankelijkheid - te vieren. Bij de militaire parade, krijgen we een colombiaanse vlag op de wang en een lintje. Intussen sieren we ook bij Exito (de colombiaanse Carrefour) een reclameadvertentie. Een collage van alle soorten klanten van Exito wordt immers de nieuwe reclame, en we staan op de foto, met vlag op de wang, met lintje en de colombiaanse vlag als achtergrond. We hebben de definitieve poster nog niet gezien, maar houden de ogen open...

Na de twee fikse wandelingen, willen we ook wat vis eten... ik opteer voor een filetje, maar Bert wil een vis met kop, staart en al uitbenen... ok veel goedkoper, maar nog nooit gedaan. Rammelend van de honger en licht geagiteerd, beginnen we eraan - ofwel eten we leker ofwel niets - en het is gelukkig het eerste geworden.

"The tax man's taken all my dough
And left me in my stately home
Lazing on a sunny afternoon"
(The Kinks - Sunny afternoon)

Da's wat het vrijdag is geworden, 2 plectrums gekocht, de vingers wat gesmeerd met een gitaar in de hostal, en dan zaterdag op weg naar San Agustín. De kortste van de twee wegen is afgesloten door een ingestorte brug, en we moeten omrijden. Acht uur later over onverharde wegen, stappen we over in een jeep, dan op de motorfiets en we komen uitgeput en de hostal aan. De volgende dag gaan we paardrijden naar de historische sites van "Paaseiland Moai" aandoende beelden. Vrij interessant allemaal. 's Middags trekken we verder op met Paul (Curacao) en Thibault (Parijs) in het park zelf. Maandag 25 juli staan we vrij vroeg op (3.15u) en nemen we de bus om 4u naar Neiva. Weer de jeep in en per motortaxi naar de Tatacoaweostijn.

We verblijven in deze outback bij Angel Alberto en Liliana (?). Eerst wandelen we in de rode Cusco zone en daarna de grijze en groene zone. We krijgen ook "gezelschap" van een vriend van het koppel, die ons echter de rest van de middag niet meer loslaat. Fijn als je iets begrijpt, maar het Spaans hier is een zwaar dialect dat we met moeite begrijpen. Na twee dagen keren we per bus terug naar Bogotá. Even voor de terminal krijgt deze panne, en moe komen we aan in de hostal die... volgeboekt blijkt. Vlug een andere zoeken, eten kopen, koken, bagage maken... doodop val ik in slaap... Morgen weer een reisdag, dan richting westen en de koffiestreek. Moe maar voldaan waan ik me even Kuifje die zijn zwarte goud gaat opzoeken...

Thursday, July 15, 2010

Bogotá - over de aankomst, het eten, Camilo en een zak melk

Na een vertraging van een dikke 2 uur op de vlucht van Madrid naar Bogotá, landen we in een gitzwarte nacht, de zon gaat net onder, we vliegen over jungle, mist valt over de bomen neer, Bogotá stad met de lichtjes in dambordpatroon schuift onder ons door. Tijdens de vlucht leerde ik Camilo Jaramillo Cardona kennen, een Colombiaan van 21 - student burgerlijk ingenieur, uit Medellín. Heel gewoon, rustig, en eenvoudige contrasteert opvallend sterk met zijn perfecte hagelwitte tanden (zoals Ross uit Friends een keer zijn tanden laat bleken, echt waar)... Hij geeft alvast adres en telefoonnummer door en zal ons door de stad gidsen als we daar zijn.

Het geheel geeft een sombere en duistere indruk, en voorspelt precies niet veel goeds. De luchthaven ligt immers op enkele kilometers van het historisch centrum, waar de hostal ligt. Na een hele tijd wachten, verschijnt daar m'n flightbag, oef... Dollars wisselen, door de controle, en de taxi in richting de hostal. De chauffeur weet het zelf niet, en samen bekijken we het plan van La Candelaria, het historisch centrum. Omstreeks half elf ontmoet ik Bert. We praten wat bij, en moe van de lange reis van meer dan 25 uren, ga ik slapen.

De eerste dag wordt ingevuld met: een ochtendwandelingetje, het kopen van een simkaart voor de gsm, kopen van een extra notablokje, plastic kaftjes, eten voor de komende dagen, kopiëren van paspoort (met extra stempels), plastificeren van belangrijke documenten.

De volgende dag neem ik de bus van het centrum naar Portal Norte en vervolgens een collectivo naar Zipaquirá en haar beroemde zoutkathedraal. Op de bus krijgt iedereen een volledige uitleg van een kwartier over een pakje kauwgom, en ik besluit maar om eentje te kopen. De kathedraal is knap, maar niet ongelofelijk. Tegen half zes sta ik terug in Bogotá centrum, ga nog inkopen doen: cornflakes, brood, beleg en melk... in zakken van ofwel 900ml ofwel 1.100ml... Heel praktisch want ze blijven na openknippen niet rechtstaan, en al gauw dient de drinkbus voor trekkings als melkbus.

De dag erop beslissen we over de komende week, en gaan we naar het Museo del Oro - goudmuseum, op het pleintje ervoor is er een fijne boekenmarkt, daarnaast wandelen we een kerk met volledig verguld apsis binnen, de universiteit en passeer ik nog eens de Plaza Bolivar. Na het Museo del Oro heb ik een dipje en het enige dat dan helpt is koffie... iets verderop vind ik een kleine koffiebar en drink twee "tinto´s".

Morgenavond vertrekken we voor een kleine week richting San Agustín, Popayán en eventueel San Cipriano.

Hasta luego!

"It is widely acknowledged that a man who develops a taste for travel in his youth sows the seeds of an enthusiasm that will last a lifetime."
(uit: How to make friends and oppress people, Vic Darkwood)

Saturday, July 10, 2010

La salida!

El plan: recorrer 7.359 kilómetros en cinco meses.
El método: la improvisación.
Objetivo: explorar la América Latina que sólo conocemos por los libros.
Equipo: los pies, el autobús, el taxi, el avión.
El sueño: coronar el viaje con su 30 cumpleaños
(uit: "Los diarios de motocicleta", aangepast)

Saturday, June 26, 2010

"A man needs a plan"

Een tweetal weken voor vertrek...

Het oorspronkelijke plan ging als volgt: Colombia - Ecuador (mét Galapagos eilanden) - Perú (noordelijke deel) - Bolivia - Argentina / Chile tot Ushuaïa en zo naar Buenos Aires, Foz do Iguazu en terug naar Buenos Aires om zo terug te keren...

"... and a change of plan makes the man" zou Marc Didden nog aan de titel toegevoegd kunnen hebben...

... en zo werd het oorspronkelijke plan enkele malen terug van papier geveegd, en wijselijk is besloten om Ecuador en Perú te laten vallen wegens... tijdsgebrek, inderdaad! Ook zullen we een vlucht Bogotá - La Paz nemen om tijd te winnen. Paaseiland komt er dan wel weer bij, nu we toch "in de buurt zijn"!

En "we" dat waren: Bert (Gent), Daisy (Den Haag), Audrey (Hasselt), Kris (Bilzen).
Waren, inderdaad want: een eerste opdoffer om te beginnen: omwille van problemen met haar werk, kon Daisy jammer genoeg niet meer meegaan.

Het nieuwe plan gaat als volgt: Bert vertrekt op 4 april richting Quito, Ecuador, verblijft enkele maanden daar, reist rond, volgt spaanse les en komt tegen begin juli naar Bogotá, Colombia. Tegen 12 juli kom ik aan in Bogotá, en we maken een rondreis door Colombia van ongeveer een maand. We reizen verder naar Bolivia en pikken daar Audrey op in La Paz op 8 september. Vanaf La Paz reizen Audrey en ik samen door het zuiden van Bolivia, Argentinië en Chile. Bert reist weer alleen verder door heen Zuid-Amerika en verder...?