Friday, September 24, 2010

Sucre, Potosí en Tupiza

De nachtbussen in Bolivia verschillen in één opzicht van deze in Colombia, althans zo is onze eerste indruk na de 12 uur durende rit van La Paz naar hoofdstad Sucre: het is in het bovenste dek van onze dubbeldekker bloedheet, terwijl in Colombia de airco keihard stond te koelen. Enfin, we arriveren tegen 7u ´s morgens in de hoofdstad van Bolivië, Sucre en niet La Paz, zoals velen denken.

Bij aankomst maken we kennis met Cyril en Carole uit La Réunion, het franse eiland ten zuidoosten van Afrika. Over enkele dagen beginnen we aan de tour rond de zoutvlaktes, lagunes, geisers en vulkanen in het zuiden van Bolivië. De jeeps zijn voor 4 personen en in het huidige toeristische laagseizoen is het ook moeilijker leuk gezelschap te vinden. Het klikt meteen en we hebben dezelfde route en eindbestemming. Deal gesloten...

Sucre, de hoofdstad van Bolivië, is prachtig wit en doet koloniaal aan. We logeren bij Delfine en Freddy, die van hun kast van een huis gastenkamers gemaakt hebben en er een gezellige, huiselijke sfeer van maken. Na aankomst gaan we ´s middags naar Tarabuco, gekend voor het weven van kledij en de zondagse markt, waar de mensen - en vooral de mannen - in opvallende traditionele kledij lopen. De volgende dag trekken we er op uit - samen met de Fransen - in de Cordillera de los Frailes. We combineren cultuur met natuur en wandelen over de oude Incaweg, zien hoe de oude weeftechniek toegepast wordt en maken een wandeling vanuit de vulkaankrater van Maragua naar sporen van dinosaurussen (T-rex en Brontosaurus). We hadden ze iets groter verwacht... ´s Middags eten we bij Augustina, notabene 94 jaar oud, die ons een heerlijke sandwich maakt in haar superkleine, oude en vuile keukentje.

Na de intensieve wandeling van de dag ervoor, rusten we de volgende dag vooral uit in Sucre: we verkennen de stad en gaan op zoek naar een zonnebril voor Kris; de zijne is gebroken. De zoektocht draait wat negatief uit... De boliviaanse modellen zijn iets te kitsch ;-) hopelijk hebben we in Potosí of Tupiza meer geluk...

"I was born one mornin' when the sun didn't shine
Picked up my shovel and I walked to the mine
I hauled Sixteen Tons of number 9 coal
And the store boss said, "Well, bless my soul""

Op naar Potosí dan...: ooit evenwaardig met Londen of Parijs, een echte wereldstad door de zilverontginning in de "Cerro Rico", de berg die de stad groot maakte. Vandaag de dag is de mijn quasi uitgeput: 15% van het gesteente bevat nog waardevolle mineralen (zilver, lood, zink), vroeger was dit 85%! We duiken zelf in de mijn en zien en ondervinden aan den lijve hoe zwaar het werk is: warm, een ongezonde stoffige lucht, 8u tot 10u per dag werken en dat gedurende 35 jaar... Om de zoveel tijd moeten we in de smalle mijngang plaats maken voor de wagonnetjes van 1 of 2 ton die voortgeduwd en -getrokken worden door uitgeputte mijnwerkers...

Nog dezelfde avond nemen we de nachtbus naar Tupiza... een letterlijk schokkende ervaring: na een halfuur door Potosí gereden te hebben, keren we terug en staan een dik uur stil, er is iets mis met de bus, maar wat...geen idee. Met serieuze vertraging vertrekken we dan toch over een hobbelige gravelbaan voor 8 uur... Moe komen we toe in een slapend Tupiza... de deur van de hostal blijft gesloten na vele keren bellen en kloppen. We installeren ons op een pleintje en een tijd later proberen we opnieuw... de deur gaat open, en een kwartier later vallen we in een diepe slaap...

Morgen begint waarschijnlijk een hoogtepunt van de reis doorheen Bolivië: de vijfdaagse tour rond de vulkanen, geisers, lagunes én de Salar de Uyuni...

1 comment:

  1. Zeer mooie foto's van Bolivia...en wat ben je bruin Kris!!! (zo'n hoogte zon bruin!!!)

    ReplyDelete