Sunday, October 24, 2010

De poort van Patagonië...

Na een prachtige week op Paaseiland, trekken we terug naar Santiago om nog wat praktische zaken te regelen en dan de bus te nemen richting zuiden. Van Santiago gaat het naar Osorno. Een rit van bijna 12 uur. We komen aan in een totaal ander klimaat en grijpen bij het uitstappen van de bus naar onze dikke overjas. Iedereen is hier dik gekleed en koffiemannetjes lopen rond in de terminal. Om ons op te warmen nemen we een tas koffie en thee en kijken we of we niet direct door kunnen naar San Carlos de Bariloche, Argentinië. Om te tijd te doden gaan we naar een supermarkt en kopen we Kris een extra T-shirt met lange mouwen. Hij gaat het nodig hebben, want zelf heeft hij er niet genoeg meegenomen! Even later laten we Chili achter ons voor een tijdje en vertrekken we naar Argentinië.

4 uur later staan we aan de deur van een nieuw deel van onze reis: Patagonië! San Carlos de Bariloche lijkt nochthans helemaal niet op de rest van wat nog gaat komen. We staan hier in een decor van een alpijns ski-oord met besneeuwde toppen op de achtergrond en chocoladewinkeltjes her en der. Zwitserland of Oostenrijk in Zuid-Amerika!

Omdat we hier - jammer genoeg - niet veel tijd zullen hebben, regelen we die avond nog alles voor de komende dagen: eten kopen, wandelkaart kopen, registreren bij de Club Andino, ...

De volgende dag staat een dagtocht naar Refugio Frey op het programma, een wandeling van een kleine 7u naar een berghut. Het pad gaat eerst vrij vlak maar het tweede deel is een fijne ervaring: wandelen op sneeuw van een paar meter dik. Voor Audrey is dit wel bekend terrein, maar Kris maakt af en toe knappe figuren om recht te blijven en zakt al eens met één been een meterje weg in de sneeuw.

De dag er op trekken we er weer op uit: nu ietsje rustiger parcours maar zeker niet minder mooi, integendeel. Het schiereiland Llao Llao (spreek uit als "ciao ciao") en zijn top laat ons het prachtige diepblauwe meer Nahuel Huapi, de besneeuwde toppen en bossen van bovenaf zien. Gewoonweg prachtig!

De volgende dag vertrekken we met de nachtbus naar de overkant van het continent: naar Puerto Madryn. We vinden het ongelofelijk dat we op een kleine week aan de Atlantische Oceaan staan. De landschappen veranderen zo snel...

We hebben gekozen om de ouders van Audrey te verrassen. Ze zijn momenteel op reis in Argentinië en zullen dinsdag en woensdag in Puerto Madryn zijn. Die dinsdag komen we tegen 7u aan en horen we dat er woensdag een volkstelling is en dat iedereen thuis moet blijven en dus ook alles gesloten zal zijn. Als je dan ook weet dat in Argentinië siësta gehouden wordt van 13u tot 17u... moet alles snel gaan en we zijn dan ook de voormiddag bezig met tours te boeken voor twee dagen. ´s Avonds zoeken we Audreys ouders op en ze kunnen hun ogen niet geloven: "Moa seg, wie dat we hier hebben!". We gaan eten en praten die avond en de volgende avond bij.

Woensdag - de dag van de "censo" - gaan we naar Punta Tombo, een pinguinreservaat met duizenden magalhaes-pinguins. Momenteel is er echter broedseizoen, en in plaats van rond te lopen tussen de pinguins, blijven de meesten dan ook in hun hol op de eitjes zitten. Het levert wel mooie foto's op, maar het is toch niet zo druk dan dat we verwacht hadden.

Donderdag is het tijd voor iets grotere diertjes: de zuidkaapwalvis (ballena franca austral) komt in deze tijd van het jaar naar de baaien rond Puerto Madryn en Península Valdés om de kleintjes ter wereld te brengen. De boot vaart de zee op en niet veel later is het zover, onze eerste walvis komt boven om te ademenen. Een wolk water waait naar ons toe en we verwonderen ons over de enorme grootte van een walvis live te zien. De staart alleen al is enorm! Eentje komt tot aan de boot gezwommen en even later zien we in de verte een moeder met een kleintje zwemmen. De kleine walvis heeft het duidelijk naar zijn zin want hij slaat nogal enthousiast met zijn staart op het water. In de verte zien we een paar walvissen salto's maken. Indrukwekkend, maar eigenlijk hadden we er nog net iets meer van verwacht.

's Middags is het tijd voor zeeleeuwen, zeehondjes en zee-olifanten. Ook een kleinere magalhaes-pinguinkolonie. We genieten van de gezellige luiheid van deze beestjes.

En dan is er weer een grote trip zuidwaarts naar het échte Patagonië. We rijden een dikke 1.200km naar Río Gallegos...

Wednesday, October 20, 2010

Paaseiland - de vloek van de moai

Dag 1 - Dinsdag 12 oktober

We staan vroeg op, douchen, hop de taxi in, het vliegtuig op en vijf uur later wanen we ons niet meer in Zuid-Amerika, maar lijken we beland in Polynesië.

Tahitiaanse danseresjes, dito muziek, bloemenkransen en een aangenaam warm subtropisch klimaat verwelkomen ons op de piepkleine luchthaven. ¡Aloha! We kiezen lukraak een hostal en bij Elvira krijgen we de mooiste hostal van onze reis. De verwondering wordt echt groot als we de eerste mysterieuze moai-beelden zien, notabene vanuit ons keukentje terwijl we het avondeten klaarmaken! Omdat deze site (Tahai) vlakbij ligt, besluiten we de zonsondergang daar te gaan meemaken. Een fantastische eerste dag...!

Dag 2 - Woensdag 13 oktober

Vandaag trekken we op tour met Moi, nog één van de 111 originele Rapa Nui op het eiland. We passeren langs alle belangrijke historische sites op het eiland en leren een pak bij van de geschiedenis, cultuur, natuur, moai-beelden, ... Na 9 uur zit ons hoofd vol, maar het was een leerrijke en toffe dag!
Om de foto's wat beter te begrijpen, schrijven we kort wat op over het eiland, de geschiedenis en cultuur:

- de oorspronkelijke koning (2.000 jaar geleden) Hoto Matu'a arriveerde en deelde het eiland in acht zones, waar elke stam een zone kreeg, in
- elke stam had haar specialiteit (visvangst, landbouw, constructie, beeldhouwkunst, ...) en er was ruilhandel
- later richtte elke stam de 'ahu' of platformen met moai-beelden op. Een moai stelt de koning voor die door die stam geleverd werd dat jaar. In het begin zijn de beelden klein en rond, maar door betere technieken worden ze groter en beter afgewerkt
- door de groei van bevolking en beperkingen van het eiland komen er stammentwisten en wordt er een systeem van jaarlijkse verkiezingen georganiseerd
- elke stam vaardigt 1 keer per jaar een kandidaat koning en een strijder af. De strijders zoeken op een klein eiland voor de kust een ei van een welbepaalde vogel
- de nieuwe koning wordt geleverd door de stam, waarvan de strijder eerst het ei gevonden heeft (vandaar de 'vogelman' of 'make make' cultuur die je op rotstekeningen kan terugvinden)
- door stammentwisten, natuurrampen (aardbevingen zijn niet ongewoon hier) en de kolonisatie liggen vele moai-beelden tegen de vlakte. Doordat Chili vrij weinig geld vrijmaakt voor de restauratie van de sites, zijn slechts weinig 'ahu' te zien zoals ze vroeger voorkwamen
- de moai dragen normaal gezien ook een hoed (pukao), die er meestal afgevallen is, en hebben ogen, gemaakt van koraal, hetgeen vrij kwetsbaar is. Daardoor ontbreken ze dan ook vaak.

Dag 3 - Donderdag 14 oktober

Na de lange geschiedenisles van gisteren trekken we vandaag per fiets naar een aantal sites om rustig te kijken en vooral veel foto's te nemen.

We gaan eerst naar Anakena in het noorden, een paradijselijk wit zandstrand met palmbomen en zes moai-beelden. Van daaruit naar Ovahe, een ander grillig rotsstrand met fantastische wilde golven en dan naar - voor Kris - één van de mooiste sites van maar liefst 15 moais: Tongariki.

De zon gaat onder tegen 20u en dan moeten we ook de fietsen gaan inleveren. Om 18u30 vertrekken we vanuit Tongariki langs de kust terug naar Hanga Roa, de enige stad (zeg maar dorpje) op het eiland. De weg lijkt meer bergop dan bergaf te gaan, en na het lange fietsen van vandaag, de constante wind en het vals plat is het veel vloeken en morren. We komen moe aan in Hanga Roa. We hebben allebei al lang niet meer gefietst en ons zitvlak heeft het geweten :-).

Dag 4 - Vrijdag 15 oktober

Meer van hetzelfde vandaag... fiets op en rijden maar! Eerst naar Tahai bij ochtendlicht, dan verder naar Ahu Akivi, de site met de enige moai die naar de zee kijken. Alle andere beelden staan met de rug naar zee gericht om bescherming te bieden aan de stam.

Trouwens, de moai-platformen zijn meestal begraafplaatsen voor koningen. Soms zijn ze ook ceremonieel of astronomisch bedoeld. Ahu Akivi is een ceremoniele 'ahu'.
Vanuit deze site kan je ook de vulkaan Terevaka, met 511m het hoogste punt van het eiland, beklimmen. Vanop de top hebben we een mooi zicht over het hele eiland en zien we de Stille Oceaan die ons omringt. We beseffen dat we hier echt wel in het uiterste uithoekje van de wereld zitten. Tahiti op 2.000km is het dichtsbijzijnde bevolkte land.

Na de afdaling fietsen we verder naar Puno Pau, waar uit vuurrode rotsen de 'pukao' of hoeden van de moai gemaakt werden.

Dag 5 - Zaterdag 16 oktober

Op onze voorlaatste dag trekken we tijd uit om enerzijds wat souvenirs te kopen, en anderzijds een wandeling te maken. We beklimmen de vulkaan Rano Kau. Om niet via de piste te gaan, willen we het wandelaarspad volgen. Na twee bordjes zijn we toch blijkbaar iets uit het oog verloren, want niet veel later zitten we te sukkelen in het hoge gras op de helling van de berg. Als echte toeristen, gewapend met teenslippers, een flesje water en voor de rest totaal onvoorbereid wandelen we maar verder en verder. Uiteindelijk zijn we er - en helemaal niet ver uit de richting - geraakt. Het uitzicht bovenop de vulkaan is verbluffend: een meer in het midden van de krater is bezaaid met eilandjes met grassen en levert prachtige kleuren op. Erachter zien we de oceaan... mooi mooi moai! De weg naar beneden stond perfect aangegeven, en we begrijpen nog steeds niet waar we in het begin verkeerd zijn gelopen, maar soit...

Dag 6 - Zondag 17 oktober

Toen we zaterdag probeerden online in te checken voor onze terugvlucht, zagen we dat er geen plaatsen meer vrij waren... oei... We waren voor wat info naar de luchthaven geweest en de dame aan het loket zei ons dat er nog voldoende plaats was. Al lachend zeiden we dat we ook wel maandag wilden vertrekken. "Geen probleem!" was het antwoord. "Als jullie willen, zetten we jullie op een wachtlijst, en als er zondag overboeking is, mogen jullie blijven!"

Zo gezegd, zo gedaan en we wachtten die zondagmiddag dus gespannen af. Een half uur voor de vlucht, kwam de melding dat we mochten blijven! De chauffeur van het transferbusje geregeld door LAN laadde onze rugzakken in voor welgeteld 100m... daar lag ons nieuwe hotel :-)

We willen nog genieten van onze laatste namiddag en huren een scooter, de enige die -na wat zoeken- nog overbleef in de stad, en reden naar de kust. Zalig... We passeren via een paar sites die we nog niet per fiets bezochten (wegens de meer dan lastige terugweg van de eerste dag), en genieten van de enorm wilde zee die middag. Krachtige golven slaan op de grillige lavarotsformaties. We willen de site van Tongariki bij zonsondergang nog gaan fotograferen, maar het metertje van de benzinetank staat op een kwart van een lege tank. We waren vertrokken met een halfvolle tank en moesten nog een eind verder. We nemen dus het zekere voor het onzekere en rijden dan maar terug. Omdat de schrik - vooral bij Audrey - er goed inzit om stil te vallen, duwen we ons scootertje zelfs nog een eind bergop om niet teveel te verbruiken... niet te doen! Als we het enige tankstation van het eiland binnenrijden, zijn we pas gerustgesteld! Wat een dag...

Dag 7 - Maandag 18 oktober

Gedaan met ons leuke verblijf op Paaseiland... enfin... dat dachten we. 's Morgens vertrekken we - ditkeer wandelend - naar de luchthaven. Daar aangekomen, komt de dame van LAN naar ons toe. "Willen jullie niet nog een dag blijven?" ...onze mond valt weer open van verbazing. Is dit de vloek van de moai? :-) Maar we vinden het niet zo erg... dus een klein halfuur later, staan we terug in ons hotel voor een nieuwe dag op Paaseiland! We genieten van een ontspannen namiddag aan de kust en dit vormt de afsluiter van een fantastische week op Paaseiland!

Dag 8 - Dinsdag 19 oktober

We gaan voor de derde keer naar de luchthaven. Als we willen, mogen we nog blijven tot donderdag (grote overboeking bij LAN!), maar we hebben het wel gezien en willen verder met onze reis. De moai doet nog een laatste stuiptrekking door het vliegtuig te doen vertragen... we blijven nog een paar uur langer en nemen dan uiteindelijk toch het luchtruim richting Santiago.

¡Iorana, Rapa Nui!
Tot ziens, Paaseiland!

Artistiek Valparaíso

Na onze langste busrit tot nu toe, komen we aan in Santiago de Chile. De stad zelf is zo europees en we wanen ons na Bolivië en het noorden van Chili helemaal terug in de normale wereld, met een zuid-amerikaans tintje. Het doet enerzijds vreemd aan en anderzijds hebben we het gevoel dit te kennen.

De eerste twee dagen vullen we met het verkennen van de stad, superlekker ontbijten (voornamelijk voor Kris, de zoetebek, zie foto's!) en wat praktische zaken. We willen het museum over de geschiedenis van Chili bezoeken, gaan binnen en er zit een dame achter een bordje "cerrado" (gesloten). We vragen wanneer het museum opent. "Kom volgend jaar maar terug", zegt ze. We kijken elkaar vragend aan, is dit nu ook al een job?!

Na twee dagen trekken we er op uit. We nemen de bus van anderhalf uurtje naar Valparaíso. Het kleurrijke en artistieke stadje ligt prachtig aan een baai en wordt omringd door 45 heuvels. We worden vrij snel gecharmeerd door de smalle straatjes, de heuvels, de antieke kabelliften op de heuvels, de kleurrijke grafiti en vriendelijke mensen. Het is er veel vuiler dan we al in Chili gezien hadden en we vinden er de boliviaanse chaos terug, het voelt goed! De stad charmeert ons en we besluiten er wat langer te blijven.

Het is ook hier dat Pablo Neruda, de chileense dichter die de Nobelprijs voor literatuur ontving, zijn inspiratie voor vele gedichten haalde. We maken lange wandelingen door de straatjes, nemen soms eens een kabelliftje de heuvels op of af, gaan naar de haven en koken sinds lang weer eens ons eigen potje.

Na drie mooie dagen keren we terug naar Santiago... Nog twee nachtjes slapen en dan zijn de moais daar!

Friday, October 8, 2010

Geen stress in Caláma

Na de nachtelijke transfer tot aan de chileense grens, staan we 's morgens vroeg te wachten op een busje dat ons naar Chili wil brengen (want geen enkele bus steekt de grens over, elk zijn eigen transport!). Tot nu toe verloopt alles nog op zijn boliviaans, maar als we daarna de propere en naar onze normen sjieke Mercedes bus zien aankomen, staan we al helemaal versteld. Even later trekken we onze ogen echt wijd open: een echte weg! Gedaan met stofferige pistes en oude 4x4's...bienvenidos a Chile!

Nadat de chileense autoriteiten onze bagage grondig doorzocht hebben, komen we aan in San Pedro de Atacama, een kleine oase in de Atacamawoestijn, de droogste plek ter wereld. Het heeft er al niet meer geregend sinds 2006.
De eerste dag rusten we uit van de salartour en vullen we met het regelen van praktische zaken, foto's backuppen, blog bijwerken, ... 's avonds wagen we ons aan een avondje sterrenkunde, want zo'n volle sterrenhemel hebben we nog nooit gezien. Met de zuiverste lucht, trekt Chili heel wat astronomen en observatoria aan. Met het blote oog zien we Jupiter, de melkweg, andere galaxys en leren er enkele sterrenbeelden kennen. En met de 9 telescopen (waarvan een aantal door de Franse astronoom zelf gemaakt) kunnen we nog veel meer bijzonderheden van onze hemel waarnemen. 't is buiten koud, maar we worden beloond met een warme choco nadien...

De volgende dag wordt gevuld met een en al sportiviteit! We springen de mountainbike op en fietsen naar de Maanvallei (Valle de la Luna), die haar naam dankt aan het ontbreken van vrijwel elk teken van leven en er dor, zanderig en grillig bij ligt.
Tot de eerste stop, de canyon, gaat alles vlotjes, maar dan... wind wind wind en zand zand zand! Het zand snijdt in ons gezicht en al gaat het bergaf, we geraken nauwelijks vooruit. En toch is het fijn. We lopen de duinen op en af, klimmen naar de panoramische uitzichtpunten en picknicken tussen de grillige rotsformaties.
Het plannetje dat we aan het begin meegekregen hadden, leek te kloppen, tot laat in de namiddag blijkt dat het laatste 'korte' stukje nog een heel eind verderop ligt. We fietsen, fietsen, fietsen met volle tegenwind er naartoe en na de verplichte laatste fotostop, keren we snel om zodat we nog voor het donker thuis geraken. En dan... zalig veel wind in de rug! We genieten ondertussen nog van de zonsondergang op de bergen.
Na een werkelijk hete douche (bijna kokend water, niet te regelen en onmogelijk onder te staan), gaan we een laatste keer eten met Cyril en Carole, want morgen splitsen onze wegen. We laten ons door een Chileen meesleuren in een restaurantje... Franse keuken: lekker, veel en andere smaken...de kers op de taart van een toffe dag!

Na San Pedro trekken we naar Caláma, waar we afgesproken hebben met Carmina, een oude chileense vriendin van Audrey. Na 11 jaar werd het een fijn weerzien. Samen met haar neef en nichtje verkennen we de regio en bezoeken we Ciu-Ciu, een traditioneel dorpje met adobe (leem) huisjes.
Omdat we dan toch in Caláma zijn, bezoeken we de mijn van Chuquicamata: de grootste openluchtmijn ter wereld en goed voor 11% van de wereldwijde koperontginning. Modern en geïndustrialiseerd, wat een verschil met Potosí!

Caláma zal ons ook bijblijven omwille van de hostal. Sylvia heette ons van harte welkom in haar zonnig en blauwgekleurde huis, al moest de inspectie op dinsdag nog komen om haar uitbatingsvergunning te verlenen. De inspectie werd om 11u verwacht, dus mochten we blijven tot 10u, als we onze bagage in haar privékamer zouden verstoppen... En al had ze stress, het was er niet echt aan te merken. Ze leende ons haar keuken, ze praatte mee en de avond ervoor werd er om middernacht nog volop geschilderd en gelast aan rekjes... (wetende dat ze na de middag nog met man en macht de binnenplaats hadden geschrobd). De dag zelf kunnen we om 10u maar moeilijk geloven dat alles tijdig klaar zal raken: ze staat nog rustig parket te boenen, onze kamer is nog niet klaar, de badkamer moet nog gepoetst worden, de verfpotten staan er nog, ... Maar het is hen toch gelukt! Dus een héél goed adresje, hostal Vicencio in Caláma (Calle Vivar y Ramirez).

En dan... maken we ons klaar voor de langste busrit tot nu toe: 23u bussen tot Santiago. Daarom opteren we voor de eerste klasse, waar je de zetels bijna horizontaal kan leggen. Zo hopen we toch wat te slapen en uitgerust aan te komen. We zien het landschap veranderen van woestijn, woestijn, woestijn naar het groene, moderne en westerse stadscentrum. Vijf films en uiteindelijk 22u later komen we vrij fris aan in de hoofdstad.

We ontdekken een heel ander Zuid-Amerika...

Friday, October 1, 2010

Over alle grenzen heen...

Bolivië beëindigen doen we met een climax... al lang keken we uit naar dit stukje en na de helse busrit vanuit Potosí en een dag van uitrusten in Tupiza, vertrekken we zaterdagochtend met onze franse vrienden Carole en Cyril, gids Mario en kokkin Augustina, een comfortabele jeep, eten voor 5 dagen en een "eindelijk" gevoel richting lagunes, salars, slapende vulkanen, en eindeloze landschappen...

We rijden Tupiza uit en niet veel later staan we in een landschap van rode canyons, weidse vergezichten, stoffige wegen en gure winden. Tegen de middag maken we kennis met de kookkunsten van Augustina: een eenvoudige maar zo lekkere sandwich wordt in een mum van tijd op tafel gezet. De rest van de middag is mooi, maar een beetje eentonig. ´s Avonds na het eten bespreken we met Mario de rest van de tour. We slaan hem met een stuk of vier opties rond de oren en hij zucht en denkt diep na over de routes en slaapgelegenheden, maar we komen uiteindelijk tot ons programma van de komende dagen.

De dag erop reizen we verder naar het zuiden en de landschappen veranderen zo snel. Vandaag worden we getrakteerd op de prachtige vergezichten en gure en harde, maar o zo mooie natuur van zuid-Bolivië. We doorkruisen kleinere gebergtes, weidse landschappen met lagunes, een kleine zoutvlakte, passeren een verlaten dorpje, ... 's Middags en 's avonds krijgen we weer lekkere maaltijden voorgeschoteld en tussendoor zijn er Oreo koeken en... Chupa Chups lekstokken (vooral voor Kris...)! Tegen het einde van de dag rijden we voorbij laguna verde en laguna blanca en de vulkaan Licancabur. ´s Avonds bespreken we met Macario, onze gids voor de Licancabur, de beklimming van morgen. Om ons te versterken brouwt Augustina ons een thee van pupusakruid...

De derde dag is helemaal gewijd aan de beklimming van de Licancabur die op de grens met Chili gelegen is. Om 3u15 staat de wekker, 3u30 ontbijt, 4u in de jeep en tegen 4u30 beginnen we aan de klim naar 5930m. Macario, een ervaren gids van 65 jaar die de berg met ons voor de 523e keer beklimt, leidt ons in een rustig maar constant tempo de berg op. Net voor de helft van de klim moet Audrey terugkeren. Al van bij het opstaan heeft ze maag- en darmproblemen. Rillend brengt ze de rest van de dag door met een stapel dekens bovenop de slaapzak in bed door. Met z'n drieën gaan we verder en na 6 uur klimmen staan we boven. Voor Kris een vervanging van de beklimming van de Huayna Potosí, deze keer wel net geen 6000m, maar hij is supertevreden dat hij het gehaald heeft. De afdaling is misschien lastiger dan de beklimming: in zand dat vol kleine en grotere rotsen ligt, "skieën" we de berg af. Kris valt zo'n 100 keer en vervloekt de rotsen meer en meer. Je kan zelfs op grotere rotsen, die stabiel lijken, niet meer vertrouwen, want soms komt alles naar beneden. Tegen 12u30 bereiken we de jeep en kunnen we gaan uitrusten in de refugio van Macario...

Een vierde dag van vroeg opstaan en kou trotseren, maar het loont weer zo de moeite! Na een haastige rit in de jeep bereiken we nog net tijdig voor de zonsopgang de geisers van Sol de Mañana: pruttelende en kolkende moddermassa's van 85º en stomende geisers. Daarna rijden we naar de Arbol de piedra: een rots die door de harde wind uitgesneden werd tot een boom. En dan komt de reeks lagunes er aan: laguna colorada, honda, charcota, hedionda en cañapa. Stuk voor stuk prachtige bergmeren in verschillende kleuren - door de samenstelling van de ondergrond - met flamingos. Tussenin spotten we nog patos andinos en de vos "zorro" van de Andes. 's Avonds overnachten we in een zouthotel vlakbij de grote Salar de Uyuni: de bakstenen, de voegen, bedden, stoelen en tafels, de vloer, lusters, ... alles is uit zout opgetrokken. Het heeft voor Kris een kerstsfeertje, voor Audrey eindelijk een warmere hostal ;-)

"Save the best for last"... op de laatste dag rijden we om 5u 's morgens richting Salar de Uyuni: een zoutvlakte van 12.000km2, de grootste zoutwoestijn ter wereld. Ook van deze derde zonsopgang in onze tour, kunnen we genieten door de verandering van kleuren die op de witte vlakte weerspiegelen. Het is er koud maar Mario heeft een goed idee: springen! (zie fotosite). We rijden door tot Isla del Pescado en maken een mooie wandeling over koraalriffen en tussen gigantische cactussen. En dan is het tijd voor de "special effects" fotoreeks (zie fotosite)... veel werk en proberen, maar fun gegarandeerd! Als afsluiter passeren we de zoutontginning en eindigen doen we op het treinkerkhof bij Uyuni. We nemen hartelijk afscheid van Mario en Augustina en in de late namiddag vertrekken we per jeep naar San Pedro de Atacama.

Weeral weer wat grenzen verlegd: de koude, gure winden, bijna de 6.000 meter beklommen, en nu de grens met Chili oversteken... want donderdagochtend tegen 9u30 staan we aan de grens met Chili... adios Bolivia!