Friday, July 30, 2010

The southern loop

We zijn nog geen week weg, of de geplande route gaat al volledig de mist in. In plaats van noordwaarts te trekken, besluiten we de zuidelijke lus te maken. In 12 dagen reizen we van Bogotá naar Cali (tussenstop), San Cipriano, Popayán, San Agustín, Neiva, Bogotá. Intussen verplaatsen we de vlucht naar La Paz ook met een week, naar 23 augustus.

Intussen regent het overal - het noorden, het zuiden... het maakt niet uit waar we heen trekken. Nu pas valt ook op dat ik groter ben dan de gemiddelde Colombiaan. Het regent, paraplu's gaan open en ik krijg er nu en dan eentje in mijn nek geprikt.

Vrijdag 16 juli, nemen we de nachtbus naar Cali, en direct bij aankomst een collectivo naar Buenaventura. We stappen uit in Córdoba, en gaan per motortaxi naar San Cipriano, een "outlaw" dorpje in het regenwoud. Een door een motorfiets aangedreven pallet op spoorwegwieltjes, brengt ons naar het dorpje, waar de bevolking afrikaanse roots heeft. Regenwoud betekent helaas ook elke dag een fikse bui, en kleren die voor geen meter drogen... We zwemmen in de kristalheldere rivier, maken een wandeling en krijgen gezelschap van Hermann Guttman Ortiz en zijn vrouw. We leren "ocho loco" een variant van Uno of "pesten" en slapen met Mr. Rat en Hagedis, en de dag erop zien we onze voorraad rijst en koeken deels opgepeuzeld.

Twee dagen later trekken we verder naar Popayán, een verademing. Een prachtige koloniale stad die ons zeer uitnodigend verwelkomt met haar witte façades. We besluiten dan ook twee dagen langer te blijven, en bezoeken ondermeer het NP Puracé met een uitputtende beklimming van de vulkaan Puracé. Op een kilometer van de top, geeft Jaimee uit Australië er de brui aan, Bert is intussen al meer dan anderhalf uur boven en ik kom strompelend en met tekenen van hoogteziekte aan. Van 1.700m naar 4.700m op een dag is niet goed en ik voel het. Na de obligate fotosessie, gaan we dan ook pijlsnel naar beneden. De volgende dag wandelen we richting de thermale baden van San Juan.

Popayán doet net als de rest van Colombia haar best om de nationale feestdag - en dit jaar 200 jaar onafhankelijkheid - te vieren. Bij de militaire parade, krijgen we een colombiaanse vlag op de wang en een lintje. Intussen sieren we ook bij Exito (de colombiaanse Carrefour) een reclameadvertentie. Een collage van alle soorten klanten van Exito wordt immers de nieuwe reclame, en we staan op de foto, met vlag op de wang, met lintje en de colombiaanse vlag als achtergrond. We hebben de definitieve poster nog niet gezien, maar houden de ogen open...

Na de twee fikse wandelingen, willen we ook wat vis eten... ik opteer voor een filetje, maar Bert wil een vis met kop, staart en al uitbenen... ok veel goedkoper, maar nog nooit gedaan. Rammelend van de honger en licht geagiteerd, beginnen we eraan - ofwel eten we leker ofwel niets - en het is gelukkig het eerste geworden.

"The tax man's taken all my dough
And left me in my stately home
Lazing on a sunny afternoon"
(The Kinks - Sunny afternoon)

Da's wat het vrijdag is geworden, 2 plectrums gekocht, de vingers wat gesmeerd met een gitaar in de hostal, en dan zaterdag op weg naar San Agustín. De kortste van de twee wegen is afgesloten door een ingestorte brug, en we moeten omrijden. Acht uur later over onverharde wegen, stappen we over in een jeep, dan op de motorfiets en we komen uitgeput en de hostal aan. De volgende dag gaan we paardrijden naar de historische sites van "Paaseiland Moai" aandoende beelden. Vrij interessant allemaal. 's Middags trekken we verder op met Paul (Curacao) en Thibault (Parijs) in het park zelf. Maandag 25 juli staan we vrij vroeg op (3.15u) en nemen we de bus om 4u naar Neiva. Weer de jeep in en per motortaxi naar de Tatacoaweostijn.

We verblijven in deze outback bij Angel Alberto en Liliana (?). Eerst wandelen we in de rode Cusco zone en daarna de grijze en groene zone. We krijgen ook "gezelschap" van een vriend van het koppel, die ons echter de rest van de middag niet meer loslaat. Fijn als je iets begrijpt, maar het Spaans hier is een zwaar dialect dat we met moeite begrijpen. Na twee dagen keren we per bus terug naar Bogotá. Even voor de terminal krijgt deze panne, en moe komen we aan in de hostal die... volgeboekt blijkt. Vlug een andere zoeken, eten kopen, koken, bagage maken... doodop val ik in slaap... Morgen weer een reisdag, dan richting westen en de koffiestreek. Moe maar voldaan waan ik me even Kuifje die zijn zwarte goud gaat opzoeken...

Thursday, July 15, 2010

Bogotá - over de aankomst, het eten, Camilo en een zak melk

Na een vertraging van een dikke 2 uur op de vlucht van Madrid naar Bogotá, landen we in een gitzwarte nacht, de zon gaat net onder, we vliegen over jungle, mist valt over de bomen neer, Bogotá stad met de lichtjes in dambordpatroon schuift onder ons door. Tijdens de vlucht leerde ik Camilo Jaramillo Cardona kennen, een Colombiaan van 21 - student burgerlijk ingenieur, uit Medellín. Heel gewoon, rustig, en eenvoudige contrasteert opvallend sterk met zijn perfecte hagelwitte tanden (zoals Ross uit Friends een keer zijn tanden laat bleken, echt waar)... Hij geeft alvast adres en telefoonnummer door en zal ons door de stad gidsen als we daar zijn.

Het geheel geeft een sombere en duistere indruk, en voorspelt precies niet veel goeds. De luchthaven ligt immers op enkele kilometers van het historisch centrum, waar de hostal ligt. Na een hele tijd wachten, verschijnt daar m'n flightbag, oef... Dollars wisselen, door de controle, en de taxi in richting de hostal. De chauffeur weet het zelf niet, en samen bekijken we het plan van La Candelaria, het historisch centrum. Omstreeks half elf ontmoet ik Bert. We praten wat bij, en moe van de lange reis van meer dan 25 uren, ga ik slapen.

De eerste dag wordt ingevuld met: een ochtendwandelingetje, het kopen van een simkaart voor de gsm, kopen van een extra notablokje, plastic kaftjes, eten voor de komende dagen, kopiëren van paspoort (met extra stempels), plastificeren van belangrijke documenten.

De volgende dag neem ik de bus van het centrum naar Portal Norte en vervolgens een collectivo naar Zipaquirá en haar beroemde zoutkathedraal. Op de bus krijgt iedereen een volledige uitleg van een kwartier over een pakje kauwgom, en ik besluit maar om eentje te kopen. De kathedraal is knap, maar niet ongelofelijk. Tegen half zes sta ik terug in Bogotá centrum, ga nog inkopen doen: cornflakes, brood, beleg en melk... in zakken van ofwel 900ml ofwel 1.100ml... Heel praktisch want ze blijven na openknippen niet rechtstaan, en al gauw dient de drinkbus voor trekkings als melkbus.

De dag erop beslissen we over de komende week, en gaan we naar het Museo del Oro - goudmuseum, op het pleintje ervoor is er een fijne boekenmarkt, daarnaast wandelen we een kerk met volledig verguld apsis binnen, de universiteit en passeer ik nog eens de Plaza Bolivar. Na het Museo del Oro heb ik een dipje en het enige dat dan helpt is koffie... iets verderop vind ik een kleine koffiebar en drink twee "tinto´s".

Morgenavond vertrekken we voor een kleine week richting San Agustín, Popayán en eventueel San Cipriano.

Hasta luego!

"It is widely acknowledged that a man who develops a taste for travel in his youth sows the seeds of an enthusiasm that will last a lifetime."
(uit: How to make friends and oppress people, Vic Darkwood)

Saturday, July 10, 2010

La salida!

El plan: recorrer 7.359 kilómetros en cinco meses.
El método: la improvisación.
Objetivo: explorar la América Latina que sólo conocemos por los libros.
Equipo: los pies, el autobús, el taxi, el avión.
El sueño: coronar el viaje con su 30 cumpleaños
(uit: "Los diarios de motocicleta", aangepast)